Na de bachelor kiest één op de vier universitaire studenten voor een master aan een andere universiteit. Vaak gaan ze naar Amsterdam of Rotterdam. Tenminste, als ze in Nederland doorstuderen.
Meer dan vijfduizend bachelordiploma’s mocht de Rijkuniversiteit Groningen vorig jaar uitreiken. Dat is 11 procent van alle bachelordiploma’s die de Nederlandse universiteiten vorig jaar verstrekten.
Maar deze afgestudeerden blijven lang niet allemaal in Groningen. Een deel verhuist naar het westen van het land. Groningen trekt slechts 8 procent van alle eerstejaars masterstudenten met een Nederlands bachelordiploma.
De ‘winst’ gaat naar de Erasmus Universiteit Rotterdam en de twee Amsterdamse universiteiten VU en UvA: zij slepen meer masterstudenten binnen dan je zou verwachten op grond van het aantal bachelordiploma’s dat ze uitreikten.
Bij de technische universiteiten is hetzelfde zichtbaar. Twente en Eindhoven verliezen terrein, terwijl Delft extra masterstudenten mag verwelkomen.
Alles bij elkaar trokken de masteropleidingen in september zo’n 35 duizend nieuwe studenten die hun bachelor aan een Nederlandse universiteit hadden gevolgd. Maar er zijn afgelopen studiejaar veel meer bachelordiploma’s uitgereikt: ruim 47 duizend.
Waar zijn die twaalfduizend studenten gebleven? Sommigen nemen kennelijk een jaartje pauze of gaan helemaal geen master doen. Misschien gaan sommige internationale studenten voor een master weer terug naar hun eigen land. Ook Nederlandse masterstudenten kiezen weleens voor het buitenland.
Alleen aan de start van studiejaar 2020, toen de coronacrisis de mogelijkheden voor studenten beperkte, was het aantal nieuwe masterstudenten bijna net zo hoog als het aantal uitgereikte bachelordiploma’s.
Maar er komen ook bijna 11 duizend studenten van buiten Nederland speciaal voor de master hiernaartoe. Van deze groep kiest 14 procent voor de Universiteit van Amsterdam, terwijl slechts 2 procent naar de Radboud Universiteit Nijmegen gaat.
Punt. Of had jij nog wat?