In twee jaar tijd hebben onderzoekers en bestuurders meer dan 350 keer informatie ingewonnen bij het loket kennisveiligheid van de overheid. Maar het raadplegen van dit loket hoeft geen verplichting te zijn, vindt minister Dijkgraaf.
Een flinke reeks vragen stelde de Tweede Kamer in een schriftelijk overleg over kennisveiligheid in de Nederlandse wetenschap. Wetenschappelijke kennis is soms kostbaar of zelfs gevaarlijk: hoe weten we dat buitenlandse mogendheden die kennis niet stelen?
De gevaren zijn niet denkbeeldig, blijkt uit allerlei onthullingen. Van heimelijke beïnvloeding via de financiering van een ‘mensenrechtencentrum’ tot het zoeken naar militaire toepassingen van nieuwe technologie, het gebeurt allemaal.
Naïef geweest
Al twee jaar geleden zei Dijkgraaf dat het hoger onderwijs de ‘zolder’ moest opruimen. “We kunnen vaststellen dat we de afgelopen jaren wat naïef zijn geweest.” In het enthousiasme over wereldwijde samenwerking verdwenen zorgen over kennisveiligheid vaak naar de achtergrond.
Dus werkt de minister aan een wetsvoorstel om kennisveiligheid te verbeteren, bijvoorbeeld met een screening van buitenlandse studenten en onderzoekers binnen bepaalde vakgebieden. Het is nog even afwachten welke vakgebieden eronder gaan vallen.
Maar Dijkgraaf wil de internationale samenwerking niet fnuiken, legt hij deze week in een schriftelijk overleg met de Tweede Kamer uit. Hij wil dat universiteiten (en andere kennisinstellingen) zelf voor bewustwording onder hun medewerkers zorgen en dat ze goede afwegingen maken.
Loket
Dat doen ze steeds meer, stelt hij. Het speciale loket kennisveiligheid is bijvoorbeeld meer dan 350 keer geraadpleegd. De fractie van NSC vroeg of er misschien een meldplicht moest komen, maar volgens de minister heeft dat geen meerwaarde. “Door de ingediende vragen verkrijg ik een beeld van de kennisveiligheidsrisico’s waarmee kennisinstellingen in de praktijk te maken hebben, maar dit is niet de primaire functie van het loket.”
De kennisinstellingen moeten in eerste instantie zelf kansen en risico’s bij internationale samenwerking inschatten, vindt hij. “Een meldplicht past daar niet bij en suggereert een verantwoordelijkheid die mijns inziens niet bij de rijksoverheid hoort te liggen.”
Balans zoeken
Zijn wetsvoorstel liep enige vertraging op, kondigde hij afgelopen oktober aan, omdat het zoeken naar de ‘balans’ zorgvuldig moest gebeuren. Nu wordt zijn wetsvoorstel gecheckt op uitvoerbaarheid en nog voor de zomervakantie wil hij het online zetten voor een ‘internetconsultatie’, waarbij buitenstaanders hun mening kunnen geven. Daarna kan het naar de Raad van State.
Wetenschapsgenootschap KNAW maakt zich zorgen over de komende wet. Gooi de deur niet dicht, waarschuwde president Marileen Dogterom afgelopen oktober. Een overheidsscreening van grote groepen buitenlandse onderzoekers zou tot schijnveiligheid leiden en de internationale samenwerking schaden waar Nederland juist zoveel baat bij heeft. Ook zou de academische vrijheid in het geding komen.
Maar volgens Dijkgraaf staat kennisveiligheidsbeleid niet per definitie op gespannen voet met academische kernwaarden. “Het voorkomen van heimelijke beïnvloeding en het beperken van financiële afhankelijkheden dragen bijvoorbeeld bij aan de integriteit van wetenschappelijk onderzoek”, redeneert hij.
Nieuw kabinet
Intussen is Dijkgraaf al bijna acht maanden demissionair. Het zou kunnen dat er binnenkort een nieuw kabinet aantreedt, met een nieuwe minister van OCW. Die zou weleens andere ideeën over de juiste balans kunnen hebben.
De VVD was de afgelopen jaren kritisch over het beleid. Ook NSC lijkt de verantwoordelijkheid meer naar de overheid te willen trekken. PVV en BBB gaan nog iets verder en steunden een motie van Forum voor Democratie om de samenwerking met China in gevoelige kennisdomeinen helemaal stop te zetten.
Punt. Of had jij nog wat?