Terug naar overzicht

Maar wij investeerden wél in onderwijs, zeggen demissionaire ministers

Illustratie Daan van Bommel
Illustratie: Daan van Bommel

Het onderwijs is een makkelijke prooi voor bezuinigingen, waarschuwde de Onderwijsraad eerder dit jaar. De huidige ministers van Onderwijs herkennen die kritiek maar half, luidt hun antwoord.

De Onderwijsraad schreef zijn advies in januari, ruim voordat het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie bekend werd. De bezuinigingen op onderwijs en onderzoek waren nog niet bekend, maar de raad zag ze wel aankomen.

Kern van het advies: onderwijs is niet alleen een kostenpost, maar heeft ook allerlei opbrengsten die je niet meteen terugziet in doorrekeningen. Onderwijs is bovendien een kwestie van beschaving. Laat de politiek zich daarvan bewust zijn.

Olifant in de kamer
Nu reageren de demissionaire ministers Dijkgraaf (D66) en Paul (VVD) op dit advies. De olifant in de kamer is de harde bezuiniging die de komende regering voor onderwijs en onderzoek in petto heeft. Daar schrijven ze niets over.

De ministers “herkennen niet het beeld dat onderwijs wordt gezien als kostenpost, of dat een gebrek aan inzicht in de baten van onderwijs heeft geleid tot minder onderwijsinvesteringen”, zeggen ze ook, en ze sommen hun eigen extra uitgaven op, bijvoorbeeld aan de nieuwe basisbeurs en een fonds voor onderzoek en wetenschap.

Wat ze niet vermelden is dat de volgende regering daar het mes in zet. Dat fonds voor onderzoek en wetenschap moet 1,1 miljard euro inleveren. Ook komt er een langstudeerboete voor vertraagde studenten.

Effect
Verder onderstrepen de ministers dat er heus wel onderzoek wordt gedaan naar de uitgaven. “Er zijn duidelijke indicaties dat eerdere investeringen effect hebben gehad”, schrijven ze naar aanleiding van de internationale PISA-scores, waarop Nederlandse leerlingen steeds minder goed presteren, “maar de omvang van het probleem vraagt om blijvende aandacht voor onderwijsinvesteringen.”

Onderwijs draagt ook bij aan ‘brede welvaart’, stelde de Onderwijsraad. Denk aan voordelen als een grotere kans op werk, een hoger inkomen, meer economische groei, gezonder gedrag, een kleinere kans om ziek te worden, minder tienerzwangerschappen en minder criminaliteit. 

Daar kunnen de huidige ministers zich in vinden. Onderzoek naar ‘brede welvaartsindicatoren’ blijft belangrijk, menen ze. “Het advies van de Onderwijsraad zien wij dan ook als een aansporing om hier verder mee door te gaan en het brede welvaartsperspectief verder te verankeren in het (begrotings)beleid.” 

Niet alles meetbaar
Ze erkennen ook, zoals de Onderwijsraad opmerkt, dat niet alles meetbaar is en dat het meetbaar maken “ook niet altijd wenselijk is”. Er moet oog zijn voor de niet-meetbare voordelen van onderwijs, vinden ze.

De beoogd NSC-minister van Onderwijs, Eppo Bruins, pleitte nog geen twee weken geleden voor structurele investeringen in onderwijs en onderzoek. Hij wees onder meer op de zorgen van universiteiten, brancheorganisaties en onderzoeksfinancier NWO over het schrappen van het Nationaal Groeifonds. “Het zijn terechte zorgen, want investeren in onderzoek en ontwikkeling (R&D) en innovatie is noodzakelijk. Een land dat hierin niet planmatig investeert heeft geen toekomst.”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?