Vooral jonge hoogopgeleiden maken gebruik van ChatGPT of soortgelijke programma’s, meldt statistiekbureau CBS. Maar ook veel ouderen weten de weg naar AI te vinden.
Een briefje in het Engels, een plan van aanpak, een simpele illustratie… Het is soms verleidelijk om programma’s als ChatGPT of Copilot om hulp te vragen. In 2024 heeft 61 procent van de hoogopgeleiden tot 25 jaar dit weleens gedaan, meldt het CBS.
Op verzoek heeft het statistiekbureau meer cijfers over leeftijd, opleidingsniveau en AI-gebruik gedeeld. Niet alleen de jongste generatie weet AI-programma’s te vinden, blijkt hieruit.
Van de hoogopgeleiden tot 35 jaar heeft pakweg de helft weleens kunstmatig intelligentie gebruikt. Ook in andere leeftijdsgroepen gaat het om aanzienlijke percentages.
Wat ze precies doen, staat er niet bij. De cijfers maken bovendien geen onderscheid tussen intensief of sporadisch gebruik. Maar één ding is duidelijk: het gebruik van dergelijke hulpmiddelen is zeker onder jongeren wijdverbreid.
Kritiek
Sinds de komst van ChatGPT maken critici zich zorgen over de impact op onderwijs en onderzoek. Ook het programma zelf zei in een veelzeggend interview met het HOP dat het kan leiden tot plagiaat.
Sindsdien verschijnen er inderdaad regelmatig nieuwsberichten in die trant. Afgelopen maand tweette een docent dat haar studenten ChatGPT zelfs gebruikten voor de simpele schrijfopdracht: ‘Stel jezelf voor en vertel wat je verwachtingen zijn van dit vak.’
Internetpionier Marleen Stikker betoogde vorig jaar dat het onderwijs een schadeclaim moet indienen bij de techbedrijven die AI zonder blikken of blozen verspreiden. “Al het werk dat we in het onderwijs en onderzoek doen, loopt schade op. De kosten zijn gigantisch.”
Punt. Of had jij nog wat?