Terug naar overzicht

Column: Zorgen over de politiek

Rutger van Eijken

Rutger van Eijken is docent sociale studies bij de Academie voor Welzijn, Educatie en Gezondheid in Breda. Verder schrijft hij boeken, verbindt hij mensen en partijen aan elkaar en hoopt hij met dit alles de wereld een beetje mooier te maken. Maandelijks schrijft hij een column voor Punt.

Beste jij,

Eigenlijk weet ik niet meer wie er aan de beurt was. Er zat een lange zomer tussen deze en onze laatste brief. Wat heb je gedaan? Ik iets teveel. Ik werkte aan drie boeken, was in Wenen en in Japanse steden, kocht een huis, zette een ander huis in de verkoop, ging naar het stadhuis om me ook juridisch aan mijn vriendin te binden en ging een paar keer naar de verloskundige omdat ik weer vader word.

Of moet ik zeggen dat wij weer vader worden? Ik gok dat jij nu vijfentwintig jaar eerder leeft. Dat betekent dat het bij jou nu 2000 is. Dan staan de Twin Towers er nog en zijn Pim Fortuyn en Theo van Gogh nog in leven. Amerika had nog geen excuus om Irak, Pakistan en Afghanistan aan te vallen en in Nederland werden moslims al wel verwaarloosd, maar nog niet zo openlijk gediscrimineerd. Het was een andere tijd. Waar ging jij toen heen op vakantie? Zat je in Thailand? Of in Mexico en Guatamala? Ik zal dat eens opzoeken, maar de fotoboeken liggen bij mijn – onze – ex. Jij weet dat nog niet, maar voordat je 47 bent, heb je drie (of vier) lange relaties gehad en verwek je bij twee vrouwen een kind. Daar weet je nu nog niets van. En dat is maar goed ook. Vijfentwintig jaar geleden geloofden we nog in ware en eeuwige liefde en vonden we breken en scheiden maar onzin. De realiteit heeft ons echter ingehaald en nu praten we wel anders. Zo gaat dat in het leven. Je wordt door schade en schande wijs en dan nog blijft het leven een groot mysterie.

De vorige column van Rutger lezen? Dat doe je hier.

Of misschien moet ik dat zo niet schrijven. Het leven is ook makkelijker geworden nu ik wat ouder ben. Ik zit wat meer in een ritme, ken mijn valkuilen en kwaliteiten en durf wat te vertrouwen op wat ik van mezelf denk te weten. Daardoor probeer ik de dingen te doen waar ik goed in ben en probeer ik te vermijden in situaties te komen waar ik dingen moet doen die ik niet kan. Volgens mij heet dat Ikigai. Dat is de Japanse term voor doen wat je kunt, doen wat nodig is, dat erg leuk vinden en er ook nog voor betaald worden. Het voelt heel compleet. Het is eigenlijk alsof ik nooit werk. Daarin zit natuurlijk ook een valkuil, want als ik nooit werk ben ik ook nooit echt vrij. Het scheiden van werk en privé zal altijd wel een zoektocht blijven. Dat is dan maar zo.

Wat ook een zoektocht blijft, is het stemmen op de juiste partij bij de verkiezingen. Ooit, toen ik nog jonger was dan jij nu bent, schreef ik een column over dat politiek net een trekkraam is. Zo’n kraam op de kermis waar je aan touwtjes kan trekken en geen idee hebt wat je in beweging zet en wat je prijs is. Zo gaat dat met verkiezingen ook. Als je kiest voor minder belastingen, kies je misschien ook voor minder zorg, onderwijs en/of cultuur. En als ik denk dat ik cultuur niet zo belangrijk vind en daar een partij bij zoek, kan het zomaar zijn dat ik door bezuinigingen op cultuur ook mijn concertkaartjes, festivals en boeken duurder maak. Het uitbrengen van een stem lijkt makkelijk, maar de gevolgen zijn vaak niet te overzien. Toen ik die column schreef, volgens mij mocht ik toen voor het eerst stemmen, noemde ik het best arrogant om in een stemhokje te gaan staan. “Als iemand mij nu zou vragen directeur van Philips of Shell te worden, zou ik weigeren omdat ik geen idee heb hoe ik een groot bedrijf moet besturen,” schreef ik toen. “Maar nu ik ga stemmen is het net alsof ik weet hoe een land bestuurd moet worden. Is dat geen vorm van zelfoverschatting?”

Eigenlijk vind ik dat nog steeds. Wat weet ik nou van het goede leven en hoe we dat gezamenlijk vorm kunnen geven? Hoe kan ik alle effecten of consequenties van keuzes overzien? En hoe weet ik nu wat het belangrijkste is? Moet ik me bijvoorbeeld richten op geld en werkgelegenheid of eerder op veiligheid of leefbaarheid? Of moet het gezellig zijn in wijken? En wat is dan gezelligheid en wie bepaalt en betaalt dat? Zo stel ik mezelf heel wat vragen en soms deel ik die met anderen. Het valt me op dat veel mensen die antwoorden ook niet hebben. Vaak weten ze niet eens hoe de politiek werkt. Ze weten dan niet hoe wetten gemaakt worden, wat de scheiding der machten is, wat een coalitie is en wat een oppositie en/of welke onderwerpen er precies in de politiek besproken worden. Dat maakt de gesprekken wat lastig. Als je het spel niet kent kun je eigenlijk alleen maar verliezen en als je vaak verliest raak je teleurgesteld en haak je op een gegeven moment af. Zo gaat dat met ieder spel. Ik denk daarbij aan het stiften bij Jiskefet. De mannen van debiteuren/crediteuren doen daar een spel waarbij een collega erg veel geld inzet en steeds verliest omdat voor hem – en de kijker – de regels onnavolgbaar zijn. Het is heel grappig, maar oud. Ik denk dat jij dat nu kijkt of al gezien hebt.

Zo kan ik blijven mijmeren over het leven en de politiek. Allebei zijn maar ingewikkeld. We hebben niet echt richtlijnen voor hoe het leven geleefd moet worden, we hebben geen handboek voor liefde en vriendschappen en hoe je nu precies een land inricht, is ook maar gissen. Mensen doen dat al eeuwen. Ze denken na over vrijheid, gelijkheid en solidariteit, maar komen nooit tot een definitief antwoord. Daardoor staat alles voortdurend onder druk. We moeten samen zoeken naar de beste weg, maar steeds meer mensen stoppen met zoeken en gooien teleurgesteld de handdoek in de ring. Ze bouwen niet meer, maar slopen de boel. Dat zagen we onlangs nog in Den Haag en we horen het steeds vaker in racistische en discriminerende uitspraken in het hele land. Zelfs politici gooien eerder olie op het vuur dan dat ze brandjes blussen. Blijkbaar moeten we anderen van ons afduwen en uitsluiten om weer overzicht te krijgen.

Ik maak me daar best zorgen over. Overal zijn brandhaarden. Van het zuiden van Polen tot Soedan woedt er oorlog, Amerika is onbetrouwbaar geworden, in grote delen van de wereld – ook in Europa en de Verenigde Staten – staat de vrijheid van meningsuiting en expressie onder druk doordat bestuurders opvallend en minder opvallend censuur plegen en tussen burgers onderling ontstaat er steeds meer wrijving. Ik weet niet hoe lang dit nog goed gaat. Ik voel me steeds hulpelozer en machtelozer. Als het over de grote buitenwereld gaat tenminste. In kleine kring is er weinig aan de hand. In het hier en nu ook niet. In dat vacuüm van plaats en tijd is er altijd rust. Daar probeer ik maar even te blijven. En ondertussen geef ik wat lessen, doe ik wat onderzoek en verbouwen we een huisje om een warm nest te maken voor mijn lief en kinderen. Dat gepruts op mijn vierkante meter maakt het leven toch nog mooi!

Ik weet dat jij dat nog niet doet. Je bent geraakt door onrecht en denkt dat je de hele wereld nog kunt verbeteren. Nu zou ik dat naïeve overmoed noemen, maar ik weet inmiddels ook hoe leerzaam die periode voor je is. Strijd dus gerust nog even door.

Tot later.

Je liefhebbende jou

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?

Cookie instellingen Cookies