Terug naar overzicht

Apenrots en politiek: jonge mannen rechtser nu vrouwen hen links inhalen

Via: Daan van Bommel

Er zijn in de wereld twee stille revoluties gaande, zegt journalist Charles Groenhuijsen. Steeds meer (jonge) vrouwen streven mannen voorbij. In de politiek schuiven vrouwen op naar links, terwijl mannen vaak rechts stemmen.

Ingezonden door Charles Groenhuijsen, onder andere voormalig Amerika-correspondent voor de NOS en oud-presenator van talkshow Op1.

Eerst het goede nieuws. Bij mijn lezingen over mannen, vrouwen en de politiek zijn toehoorders het bijna altijd eens met deze stelling: ‘Vrouwen hebben in de afgelopen 100 jaar meer bereikt dan in de 100 eeuwen daarvoor.’ Ga maar na: er kwam kiesrecht voor vrouwen rond 1920 en daarna maakten ze een gestage opmars in onderwijs, wetenschap, politiek en bedrijfsleven. In veel landen, waaronder Nederland, stemmen vrouwen in meerderheid op progressieve partijen.

Het slechte nieuws gaat over de mannen die het steeds vaker tegen vrouwen afleggen. Het onderwijs is een treffend voorbeeld: op de middelbare school worden vooral jongens wegens wangedrag weggestuurd, op de universiteit zijn mannen nu in de minderheid en presteren ze gemiddeld minder goed dan vrouwen. Er zijn inmiddels meer vrouwelijke dan mannelijke promovendi

Veel mannen worden nijdig over het ongekende succes van vrouwen. Ze mopperen: “Discriminatie van vrouwen? Discriminatie van mannen zul je bedoelen! We tellen niet meer mee en kunnen niks goed doen.” Veel mannen (bijna 35 procent van de jonge mannen en 49 procent van de mannen rond de veertig) vinden dat het feminisme is doorgeslagen. De politieke gevolgen blijven niet uit. Veel vooral jonge mannen stemmen nu rechts. Onderzoekers spreken elkaar soms tegen, maar binnen en buiten Europa lijkt toch sprake van een groeiende genderkloof: vrouwen linkser, mannen rechtser.

Onderzoeker prof. Marcel Lubbers van Utrecht Universiteit zegt in een interview met nieuwssite DUB: “Met name onder jonge mannen neemt de belangstelling voor populistische partijen toe. Voor het eerst sinds de jaren 90 is nationalistisch radicaal rechts onder jonge mannen groter dan progressief links. Jonge vrouwen, daarentegen, schuiven juist die progressieve kant op. (…) Wat niet betekent dat populistische partijen niet populairder worden bij jonge vrouwen, maar jonge vrouwen kiezen nog altijd meer links progressief dan rechts-radicaal.”

Het is een wereldwijd fenomeen. Zoek bij Google op ‘the boy problem’ en een continent naar keuze. De resultaten spetteren van je scherm: Azië over ‘the boy crisis’, Afrika over ‘the tragedy of the boy child’, Amerika over ‘struggles of American men’ en Nederland: ‘De Nederlandse man heeft het zwaar, echt waar.’

Optimisten, pessimisten
Welk beeld ontstaat als je de progressie van vrouwen en achteruitgang van mannen samenvoegt? Optimisten hebben gelijkvrouwen hebben ongelofelijk veel bereikt; de masculiene apenrots wankelt. Maar pessimisten hebben óók gelijk: veel mannen worstelen met hun identiteit. De tv-serie Haantjes over worstelende mannen had als veelzeggend motto ‘Heb je een lul, dan ben je de lul’. De doorbraak van vrouwen stuit op groeiend verzet: de wederopstanding van de feministische actiegroep Dolle Mina komt niet uit de lucht vallen.

In mijn boek ‘Meiden volgen hun dromen, jongens hun hormonen’ vergelijk ik mannen met een wielerpeloton. Ze reden altijd onbedreigd voorop over de volle breedte van de weg, zodat vrouwen hen niet konden inhalen. Of toch wel? Ja dus! Vrouwen sprintten door de berm en over de stoep, pakten – ondanks de masculiene tegenwerking – de kop en reden vier haarspeldbochten verderop voordat mannen het in de gaten hebben.

Dit alles speelt ook onder studenten, docenten en wetenschappers. De universiteit was eeuwenlang een onneembaar mannenbastion. Ik zat vanaf 1973 als piepjonge verslaggever van het Utrechtse universiteitsblad (U-blad, de voorloper van DUB) bij vergaderingen van de universiteitsraad en de landelijke Academische Raad met bijna uitsluitend mannen. College van bestuur, rector magnificus? Allemaal mannen. In de senaatszaal aan het Domplein hingen de portretten van 185 illustere hoogleraren. Ook allemaal man.

In mijn geboortejaar 1954 waren vrouwelijke studenten op de universiteiten nog dik in de minderheid (slechts 17 procent). Het hbo was toen al iets minder ongelijk (37 procent vrouw). Toen ik in 1973 begon als journalist  was de verhouding iets minder scheef (21 procent vrouw in het wo en 42 procent in het hbo). Nu zijn vrouwen dik in de meerderheid (54 procent). Een ongekende revolutie.

Studenten vaker progressief
Ik kan in dit artikel niet anders dan generaliseren en samenvatten. Het gaat veel over rechtse mannen en linkse vrouwen, maar er zijn natuurlijk ook progressieve mannen en rechtse vrouwen.

Er zijn in mijn ogen twee cruciale verschuivingen. 1) Jonge vrouwen stemden vijftig jaar geleden nog vaker conservatief. Ze hechtten vergeleken met mannen meer waarde aan traditionele gezinswaarden en kerkelijke adviezen. Meer mannen stemden toen nog progressief. Dat is nu dus omgekeerd. 2) Hoogopgeleide kiezers (mannen en vrouwen) stemmen vaker dan praktisch opgeleide kiezers op linkse partijen. Hoe ‘hoger’ de opleiding, hoe linkser de gemiddelde politieke voorkeur. Als studenten de zetelverdeling van de Tweede Kamer mochten bepalen, zou Nederland véél linkser zijn.

Mannen slaan in forse aantallen rechtsaf (populistisch, anti-woke, nationalistisch, soms vrouwonvriendelijk of racistisch). Vrouwen worden juist progressiever over genderissues, abortus, gelijkheid tussen mannen en vrouwen en democratische waarden. Dat zien we in Nederland maar ook in veel andere landen, als Duitsland, VK, VS, Zuid-Korea.

Vooral sinds 2012 stemmen vrouwen vergeleken met mannen vaker progressief dan mannen. In 2023 stemde 35 procent van de jongemannen (18-30) op een radicaal-rechtse partij, tegenover 22 procent van de vrouwen.

De Verenigde Staten zijn een in het oog springend voorbeeld van de groeiende conservatieve invloed van jonge mannelijke kiezers. Republikein Donald Trump had 2,3 miljoen meer stemmen dan Democraat Kamala Harris (er waren 152 miljoen uitgebrachte stemmen). Als de verrechtsing onder mannelijke jonge kiezers van de laatste vijftien jaar niet had plaats gehad, was Kamala Harris en niet Donald Trump nu zeer waarschijnlijk president geweest. In Nederland zouden zonder de verrechtsing van mannelijke kiezers PVV en BBB kleiner zijn en PvdA en GroenLinks (in 2023 nog aparte partijen) en Volt zou ook groter zijn.

Links in de verdediging
Ik herinner me uit mijn eigen jonge jaren dat het politieke debat in Nederland werd overheerst door linkse onderwerpen (abortus, acties tegen kernwapens, beginnende homobeweging, woningnood en krakersrellen, bestrijding inkomensverschillen, vrouwenbeweging). Links bepaalde de politieke agenda.

Dat is nu omgekeerd. De PVV van Geert Wilders is niet sucesvol als regeringspartij, maar als agenderingspartij is de PVV – ook dit jaar weer – beeldbepalend (migratie, asielzoekers, veiligheid). Ook de VVD en BBB agenderen met succes hún onderwerpen. Links zit in de verdediging.

Anders dan in de jaren zeventig en tachtig is er amper strijdbare, linkse invloed van activistische studenten. De studentenacties rond de oorlog in Gaza waren een uitzondering. Maar via de stembus is er wél de stille politieke kracht van jonge kiezers.

Ik loop net als vijftig jaar geleden – nu als lid van de Faculty Club – weer in het Academiegebouw aan het Domplein en kijk stiekem even in de Senaatszaal. Er hangen sinds 2012 drie portetten van vrouwen. En in een aparte zaal prijken sinds 2017 de portretten van maar liefst 122 vrouwelijke professoren. Het illustreert de opmars van vrouwen in de wereld van het hoger onderwijs. 

Als rechts-populisten blijven winnen kan de vooruitgang van vrouwen stagneren of deels worden teruggedraaid. We staan op een kruispunt: zet de rechtse, anti-woke trend zich door, gaan grenzen dicht en worden bijvoorbeeld transgenders tegengewerkt? Of winnen de progressieven met meer geld voor onderwijs en woningen en steun voor klimaatactie en de LHBTIQ+-agenda?

De inzet op 29 oktober is dus kolossaal. Er zijn vergeleken met 2023 vierhonderdduizend jonge mannen en vrouwen (onder wie uiteraard veel studenten) die voor het eerst mogen stemmen. Zij bepalen mede welke kant Nederland opgaat. Een uitdagende verantwoordelijkheid.

Charles Groenhuijsen werd bekend als Amerika-correspondent voor de NOS. Hij presenteerde onder meer het NOS Journaal en talkshow Op1. Zijn boek ‘Meiden volgen hun dromen, jongens hun hormonen – Winnaars en verliezers van de 21e eeuw’ is onlangs verschenen bij Studio92a.nl.

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?

Cookie instellingen Cookies