Het is heel belangrijk dat Nederlands de hoofdtaal blijft in het hoger onderwijs, zegt minister Bussemaker op Radio1. Maar universiteiten en hogescholen mogen zelf weten of ze in het Engels lesgeven. Ze reageert hiermee op plannen van Avans om het niveau van Engels op te krikken.
‘Waar opleidingen in het Engels worden gegeven, moeten we vooral nagaan wat de argumenten daarvoor zijn’, zegt de minister. ‘Het is geen doel op zich.’
Door internationalisering van de arbeidsmarkt wil minister Bussemaker discussie over Engels in het hoger onderwijs:https://t.co/Or5zNRtNv1
— NOS Radio 1 Journaal (@NOSRadio1) 29 maart 2016
Toets voor nieuwe studenten
Avans gaat het niveau van Engels verhogen naar B2 niveau. Alle studenten moeten bij het afstuderen goed genoeg de taal beheersen. Alle nieuwe eerstejaars van Avans moeten een taaltoets maken om hun niveau aan te tonen. Hebben ze niet het juiste niveau, dan volgt er bijscholing.
Wat Avans doet hoeft niet per se op alle hogescholen te gebeuren, vindt Bussemaker. Ze mogen het zelf weten. Dicht bij de Duitse grens zou een hogeschool misschien een andere keuze maken, meent ze. De minister wijst bovendien op de verschillen tussen opleidingen: een pabo is iets anders dan een hospitality-opleiding. Engels speelt dan een andere rol.
Onderzoek naar voor- en nadelen
Ze heeft de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen gevraagd om een verkenning te schrijven over de voor- en nadelen van ‘al te veel verengelsing van het hoger onderwijs.’
Steenkolen Engels
In december sprak de Tweede Kamer samen met de minister over Engels in het hoger onderwijs. ‘Engels mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs, colleges moeten wel gegeven worden in goed Engels’, stelde ze toen. ‘Als de taal ten koste gaat van de nuance, van de diepgang van de stof, dan kunnen we het beter laten.’
Avans schrijft in een persbericht dat de verhoging van het niveau niet betekent dat er ook in het Engels lesgegeven gaat worden.
Punt. Of had jij nog wat?