In het onderwijs moet meer aandacht zijn voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (lhbt). Dat is een van de uitkomsten van een belevingsonderzoek van de gemeentes Oss, Den Bosch en omliggende gemeentes. 98 procent van de respondenten geeft aan het belangrijk te vinden dat hun gemeente aandacht geeft aan seksuele en genderdiversiteit in het onderwijs. Punt sprak seksuele- en genderdiverse Avansstudenten over hun ervaringen bij de hogeschool.
‘Taboe op genderdiversiteit verdwijnt met de tijd’
Rowen Faber, tweedejaarsstudent Sociaal Pedagogische Hulpverlening in Den Bosch, is transgender. Aandacht voor het onderwerp is volgens hem zeker belangrijk. Praktische problemen zoals naar welk toilet hij moet gaan, heeft hij niet bij Avans. “Voor mij is dat redelijk eenvoudig, ik ben een man, dus ik ga naar de mannen wc. Ik kies dan wel het afgesloten toilet.”
Naam in paspoort
In Rowens paspoort staat sinds een jaar ‘man’ in plaats van ‘vrouw’. Van zijn oude meisjesnaam is geen spoor meer te bekennen. Over die naam spreekt hij ook liever niet. “Ik heb jaren gestreden om m’n naam in mijn paspoort te krijgen.” De naamswijziging maakt het plaatje voor hem compleet en zorgt daarnaast voor een stuk minder gedoe.
Zoals toen hij zich twee jaar geleden in moest schrijven bij Avans. De student ging al als jongen door het leven, maar zijn paspoort sprak dat tegen. Het wijzigen van zijn naam in de Avanssystemen was gelukkig snel gedaan. Een behulpzame decaan regelde snel dat zijn meisjesnaam werd veranderd. “Op de presentielijst van de toetsen stond ik nog met de naam die in mijn paspoort werd genoemd.” Alleen de surveillanten zagen zo, ter controle van zijn identiteit bij toetsen, zijn oude naam.
Betere voorlichting
In het onderzoek van de gemeente wordt met name gedoeld op het lager en middelbaar onderwijs. “Als ze het in het onderwijs als normaal behandelen, vinden kinderen het normaal en daarbij begint het”, geeft een van de respondenten aan. Maar ook: “niet te veel er een ‘ding’ van maken”, aldus een respondent die ook voor betere voorlichting in het onderwijs is.
Daar is Rowen het volledig mee eens. Dat er nog een taboe rust op genderdiversiteit ziet hij ook. Maar hij denkt dat dit met de tijd vanzelf zal verdwijnen. “Mijn generatie groeit op met genderneutrale of genderdiverse mensen. Zodra onze generatie de huidige vervangt, zal het heel normaal zijn.”
‘Mensen denken dat ze alles kunnen zeggen’
Problemen die de student ondervindt hebben vaak te maken met hoe mensen hem benaderen. “Ik heb weleens het gevoel dat mensen geïnteresseerder zijn in het traject waar ik in zit, dan in mij als persoon. Het is prima als mensen vragen stellen, maar wel op een nette manier. Mensen die ik niet ken die bijvoorbeeld vragen wat er in mijn broek zit, of hoe ik seks heb. Dat vind ik naar. Daar heb je niks mee te maken. Het gaat om de woordkeuze. Mensen denken dat ze alles kunnen zeggen.”
Zelfverzekerde student
Rowen vertelt trots over zijn transformatie. Wie hem vandaag de dag tegen het lijf loopt, ziet weinig anders dan een jonge student die zelfverzekerd op de foto gaat voor dit artikel. Hijzelf is, ondanks een aantal toekomstige wensen, blij met de resultaten van de hormoontherapie die hij al enige tijd ondergaat en voelt zich goed bij wie hij nu is.
“Ik wist altijd al van mezelf dat ik niet echt ergens bij hoorde. Op de basisschool wilde ik al liever voetballen en in bomen klimmen. Ik heb altijd de drang gehad om bij de jongens te horen. In totaal ben ik drie keer uit de kast gekomen. Als biseksueel, lesbisch en uiteindelijk als transgender.”
Nieuw begin
“Ik ben mijn leven hier in Den Bosch compleet opnieuw gestart”, vertelt Rowen. Hij verhuisde van zijn moeder in Zaandam naar het rustige Brabant waar niemand hem heeft gekend als een meisje. “Op de eerste dag bij Avans, kwam ik meteen uit de kast als transgender. Dat wilde ik zelf graag.”
Hij stuurde een mailtje aan de docenten en vertelde aan zijn klas over zijn situatie. Die reageerden positief. “Zeker in het eerste jaar zagen mensen nog aan me dat ik in transitie was. Inmiddels word ik standaard als meneer aangesproken.”
Dit interview verscheen eerder in Punt Magazine.
Punt. Of had jij nog wat?