Zaalvoetbal, of futsal, is een van de grootste sporten in Nederland. In tegenstelling tot de veldvariant is er voor zaalvoetbal in Nederland een stuk minder aandacht. De Bossche student Bedrijfskunde Dennis van den Eijnden speelt in de eredivisie en Nederlandse selectie. Er zijn livestreams van de wedstrijden, maar er gaan geen Frenkie de Jong-bedragen mee gemoeid.
Dennis is pas net geland vanuit Bulgarije, maar kan meteen weer de collegebanken in. Nuchter vertelt hij: “Privileges bij Avans? Nah, niet echt. Medestudenten vinden het wel interessant. Maar verder niets speciaals.” De zaalvoetballer heeft geen officiële topsportstatus binnen NOC*NSF, ook al speelt hij in de eredivisie en voor Oranje. Zo stond hij een week geleden nog als jongste speler van de Oranjeselectie in Bulgarije. Daar zorgde onder andere Dennis ervoor dat het Nederlandse zaalvoetbalteam weer een ronde dichter is bij een plaatsing voor het Wereldkampioenschap in 2020 in Litouwen.
Opnieuw leren lopen
Een prestatie die hij twee jaar geleden niet voor mogelijk hield. Tijdens een wedstrijd in 2017 kwam Dennis in botsing met de doelpaal en brak zijn middenvoetsbeentje. “Ik was bijna mijn voet kwijt door zwellingen. De chirurg zei dat ik wellicht nooit meer op zo’n hoog niveau kon voetballen.” De voetballer heeft er uiteindelijk een half jaar uit gelegen en oefeningen gedaan bij de fysiotherapeut. “Ik moest opnieuw leren lopen”, blikt hij terug.
Jeugdselectie PSV
De FC Eindhovenspeler noemt zichzelf grappend de “anti-student. Ik drink niet, let op mijn voeding en of ik genoeg slaap.” Op zo’n hoog niveau sporten vereist een sterke discipline, al is dat eerder een natuurlijk gegeven voor hem. “Voetbal en discipline is er al sinds jongs af aan, het heeft altijd een grote rol gespeeld.”
‘Maar topsport is keihard’
Hij startte zijn carrière bij de plaatselijke club in Geldrop en mocht later op zijn tiende naar jeugdselectie van PSV. Daar speelde hij uiteindelijk twee jaar. “Als kleine jongen droom je al snel van een carrière als profvoetballer. Maar topsport is keihard. Het eerste jaar had ik een trainer die iets in mij zag. Het tweede jaar had ik een andere trainer die meer zag in de andere jongens. Topsport is dan voor een kleine jongen best lastig, zeker als je minder vaak mag spelen. Ik verloor mijn plezier in het spel. En terwijl vriendjes in de zomer gingen zwemmen, werden wij in een busje naar de club gereden. Maar het is niet dat ik er niks voor terugkrijg”, benadrukt hij.
Interlands
Via een vriend werd Dennis na zijn uitstap naar PSV geïntroduceerd in het zaalvoetbal. “Ik was uiteindelijk zes dagen per week bezig met zaal- en veldvoetbal. Toen heb ik de keuze voor zaalvoetbal gemaakt, daar zat meer potentie in.” De teller staat inmiddels op tien interlands. Waaronder twee thuiswedstrijden tegen Tsjechië in december. “Er zaten toen best wat medestudenten op de tribune.” En als klapper op de vuurpijl scoorde hij toen zijn allereerste interlandgoal. “Dat was onbeschrijflijk. Spelen voor je eigen land is het hoogst haalbare. Als je dan ook nog eens scoort…”
‘Onbeschrijflijk. Spelen voor je eigen land is het hoogst haalbare. Als je dan ook nog eens scoort…’
Gedrevenheid
Futsal geniet ‘weinig’ aandacht in Nederland. Het Oranjeteam behoort volgens Dennis tot de middenmoot. Toplanden zijn Spanje en Portugal. Daar worden wedstrijden ook op tv uitgezonden. Voor gouden bergen moet je dan ook niet in Nederland zijn.
Wanneer Dennis praat over futsal en de wereld eromheen, zie je ook dat hij het doet vanuit passie voor de sport. De gedrevenheid en het fanatisme zijn voelbaar wanneer hij praat. Of hij desondanks droomt over een carrière in Spanje of iets dergelijks? Hij lacht. “Voor nu ligt de focus op prijzen pakken met FC Eindhoven en zo ver mogelijk komen in de WK-kwalificatie. Een WK of EK spelen zou een droom zijn.”
Punt. Of had jij nog wat?