Avansmedewerker Inge Duine deelt met ons haar ideeën en gedachtes, haar kennis en belevenissen die ze heeft binnen de onderwijsinstelling. Haar laatste column van dit kalenderjaar gaat over de winter!
Een maand of drie na de introductie begint de ellende: de wintertijd. Dan is het koud, donker, nat en ik-blijf-liever-binnen-weer. Met een dekentje op de bank, poes op schoot en Netflix aan.
Ik weet niet hoe het met jullie is, maar zodra de Sint uit het land is, verdwijnt mijn motivatie. Niet als sneeuw voor de zon, want dat ligt er dan meestal niet. Nee, mijn motivatie dwarrelt iedere dag een beetje verder naar beneden, net als de blaadjes van de bomen, tot uiteindelijk alles op de grond ligt.
Daar ligt het in weer en wind te rotten en op de grond te wellen.
Ben ik de enige?
Nee. Als docent wist ik: in blok 2 vallen de studenten bij bosjes neer. Dan zijn ze niet vooruit te branden. Hangen en wurgen wordt het, want al aan het begin van de les hoor je: “Gaan we écht tot 16.30 uur door?”
Alsjeblieft niet, ik voel me al zo’n zombie. De hele dag onder de TL-balken zitten, terwijl het buiten donker is. Sowieso wil ik op tijd weg, want met de treinen en de herfstblaadjes weet je het nooit. En op de weg is het ook nog eens hartstikke druk, omdat niemand thuis in de kou wil zitten.
Lig je al uitgeput op de grond?
Dat is precies de bedoeling. Want pas als je motivatie helemaal weg is, als alles door de grond is opgenomen, is het tijd voor iets nieuws. Dan is je motivatie een compostrijke voedingsbodem geworden waaruit in de lente de tulpen en narcissen groeien naast gras dat groener is dan ooit.
Want halverwege blok 3, maar vooral in blok 4, kom ik weer tot leven. Vroeg uit bed, laat erin. De hele wereld kan ik aan in blok 4! Volop energie om op één dag alles te doen waar ik in de winter een maand over doe: werken, sporten, koken, met vrienden afspreken – net als de meeste studenten.
Maar dan is voor onze studenten het leed al geleden: de studiepunten uit blok 2 zijn ergens op de grond blijven liggen, die hebben geen wortel geschoten. En de studiepunten uit blok 3 zijn wel gezaaid, maar lopen nog achter. Die komen pas ergens in blok 4 tot bloei.
Bomen verliezen hun blad, dieren hebben een winterslaap en wij? Wij hollen, rennen en vliegen maar door op dezelfde intensiteit. Is het niet vreemd dat wij het hele jaar door dezelfde prestaties verwachten – niet alleen van onze studenten, maar ook van onszelf?
Laten we het studiejaar dus anders inrichten. In de zomer gaan we hele dagen knallen – wel met genoeg pauzes om buiten in de zon op het terras te zitten, dat spreekt natuurlijk vanzelf.
In de winter is een werkdag maximaal vier uur. Van tien tot twee is lang genoeg. De rest van de tijd kun je gebruiken om te slapen, te sporten, het in huis gezellig te maken en alles wat je verder nog nodig hebt om de donkere maanden door te komen.
Een studiejaar waarbij we onze energie volgen, is gezonder voor studenten én docenten. En ik weet bijna zeker dat de studenten dan niet bij bosjes uitvallen.
Dus… wintertijd? Winterrooster!
Birgit Grefkens
Wat een leuke colomn! En goed standpunt!