Hij zou een paar maanden blijven, het werd anderhalf jaar. Jan Bogerd, interim-bestuurder bij het college van bestuur, nam eind maart afscheid van de hogeschool. Bogerd blikt terug op een periode waarin hij zich is gaan hechten aan Avans.
Dat Jan Bogerd ooit zou vertrekken bij Avans, dat stond vast. De interim-bestuurder wist toen hij begon op de hogeschool namelijk dat het om een tijdelijke aanstelling ging. Maar nu het moment daar is, een stuk later dan gepland, doet het hem wel wat. ‘’Ik ben hier veel langer geweest dan gepland, ben me gaan verbinden met Avans. Het voelt nu als afscheid en dat voelt apart’’, zegt Bogerd wanneer Punt hem in zijn laatste week spreekt.
Jan Bogerd begon in september 2023 als interim-bestuurder op Avans. Hij werd aangesteld om de door ziekte afwezige Philippe Raets en de vertrekkende Sarah Wilton-Wels tijdelijk op te vangen.
Je bent langer gebleven op Avans dan in eerste instantie de bedoeling was. Hoe was dat?
‘’Ik heb hier een geweldige tijd gehad. Ik heb hard moeten werken, maar dat deed ik met veel plezier. Het idee was dat ik even moest bijspringen omdat collegeleden ziek of uitgevlogen waren. Zo kon Avans nieuwe leden werven. Maar dat even bijspringen werd een langere periode, waarin mijn werk steeds meer inhoud kreeg.’’
Van welke concrete werkzaamheden die je hebt verricht denk je: hier ben ik trots op?
‘’Ik pakte mijn rol door te laten zien hoe je onderwijs en onderzoek, bacheloropleidingen en ad-opleidingen, deel- en voltijdopleidingen, binnen en buiten en het heden en de toekomst met elkaar kunt verbinden. Avans is een krachtige organisatie waarin veel dingen gebeuren, maar ze zijn beperkt met elkaar verbonden. Dat zag en voelde ik vanaf het begin. Ik probeerde die onderdelen aan elkaar vast te klikken in beleidsstukken, zoals het assortimentsbeleid. Daarin wordt gekeken naar het opleidingsaanbod en wat Avans aan onderzoek aanbiedt.
Een andere belangrijke hefboom in mijn tijd op Avans was om geen overkoepelend masterinstituut op te richten, maar de masters in academies onder te brengen. Dat begint nu te werken, keuzemodules sorteren daardoor voort op de masters.
Waar ik me ook hard voor heb gemaakt op Avans, is om ons te comitten aan studenten. Kiezen zij voor ons dan kiezen wij ook voor de student. We gaan samen voor een diploma. Misschien niet in de opleiding waar studenten zijn gestart, of in het ‘normale’ tempo. Met het afschaffen van het verplichte intakegesprek en het bindende karakter van het bindend studieadvies dat komt te vervallen, hebben we succes geboekt in beleid. Dat vinden we heel belangrijk. Tegen studenten bij wie het studeren niet meteen lukt, zeggen dat ze ergens anders naartoe moeten, voelt voor ons niet goed.’’
Wat is typisch Avans?
‘’Er wordt hier ontzettend veel getrakteerd. Dat valt me echt op. Niet alleen bij borrels, maar ook bij overleggen waarbij gebak klaar staat. Dat zijn rituelen die het gemeenschapsgevoel bevestigen.
Wat ook typerend is voor Avans, is wat ik het ‘wandelgang- en informatiesysteem (WIS)’ noem. Roddelen is niet het goede woord, dat is negatief. Om een voorbeeld te geven: ik had een keer een vergadering in Den Bosch en moest daarna in Tilburg zijn. Dat is een half uur rijden. Toen ik in Tilburg kwam, wist iedereen daar al precies wat er in Den Bosch besproken was. Dat ging met de snelheid van het licht.’’
Wat kunnen andere onderwijsinstellingen leren van Avans?
‘’Kun je hoe de liefde voor het onderwijs op Avans gedefinieerd is, op andere plekken kopiëren? Wat we hier doen op het gebied van omgangsvormen, gemeenschapszin, relaties, je verbonden voelen met elkaar en het gevoel hebben dat je er niet alleen voor staat, valt dat te leren? Dat weet ik niet.‘’
Wat kan Avans beter doen?
‘’Procedures en systemen inregelen en faciliteren, de wat hardere kant van de organisatie, kan echt beter en strakker. We hebben wel een groot herstelvermogen, zodra er iets fout gaat is het zo opgelost. Maar er is veel dat je kunt voorkomen als het goed is ingeregeld. Dat gun ik Avans.
Er zijn hier ontzettend veel kwaliteitsmetingen en rapportages, maar die zijn niet of nauwelijks aan elkaar verbonden of krijgen geen opvolging. Ik vind het bijvoorbeeld belangrijk dat het jaarverslag van een examencommissie onderdeel is van een bespreking in het managementteam van die academie. En dat de belangrijkste bevindingen daarvan, een plek krijgen in het businessplan. Zodat je dat soort processen op elkaar kunt laten aansluiten. Dat is hier niet automatisch zo.
Er ligt nu een beleidsstuk dat over het aanstellingsbeleid van lectoren gaat. Dat gaat onder andere over de vraag wanneer een lector een vaste aanstelling op Avans krijgt. Ik denk dan: als je moet vaststellen of iemand dat doet, doe je dat op basis van beoordelingscriteria. Ik vind het logisch dat die criteria overeenkomen met de kwaliteitscriteria van onderzoek. Die zijn landelijk vastgesteld en wil ik koppelen aan het functioneren van een persoon. Dat soort processen beter op elkaar laten aansluiten, kan beter.’’
Avans staat voor bezuinigingen, maar wil investeren in Ambitie 2025. Kan dat allemaal?
‘’Het is een serieuze opgave en het gaat pijn doen om die opgave te realiseren. Dat kan niet anders. Maar als je vraagt of ik er vertrouwen in heb, ben ik daar heel optimistisch over. Deze organisatie heeft veerkracht en mensen met power en loyaliteit: dat gaat voor elkaar komen. De bezuinigingen zijn ingrijpend en niet niets, maar het is ook weer geen rocket science. Avans zit in de financiële positie dat we iets meer tijd hebben dan de gemiddelde hogeschool.’’
Je neemt afscheid van Avans. Wat ga je nu doen?
‘’Ik heb geen idee, iets concreets heb ik nog niet. Als ik nog aan het werk ben op de ene plek, heb ik niet het vermogen me al bezig te houden met wat ik daarna ga doen. Maar er komt vanzelf wat op me af. Ik zou ongelukkig worden als ik helemaal niets meer ga doen, maar ik heb nog achterstallig onderhoud aan mijn woning te doen. Dat wordt mijn eerste doel.’’
Wil je nog wat meegeven aan studenten van de hogeschool?
‘’Ik gun het studenten de kans zich te verhouden tot de grote maatschappelijke en geopolitieke vraagstukken van tegenwoordig. Het is een spannende wereld om ons heen. Daar kun je pessimistisch of teneergeslagen door worden of jezelf telkens afvragen welke rol je hebt. Ik denk dat het goed is om studenten een stem te geven, in samenspraak met andere studenten en met ons. Als je studenten op Avans die kans niet biedt, waar moeten ze het dan doen? De condities om dat te doen, zijn er op de hogeschool. Misschien voelen we nu soms iets teveel druk van de inhoud, de modules en de toetsen om ons er nu al mee bezig te houden. Pak de ruimte in de les, heb het over maatschappelijke vraagstukken en stimuleer studenten tot dialoog met elkaar. Deze wat meer pedagogische opdracht, zou ik meepakken als Avans.’’
Punt. Of had jij nog wat?