Terug naar overzicht

Column: Vakantiegevoel

Foto: Ilse Wolf

Ik hou van de start van het studiejaar. Dan ben ik het bier, de wijn en de bbq beu, net als het strand en de zee, de meren en de bergen. Ik ben uitgerust, toe aan structuur. En het geld is op, dat ook.

Bij de start van het studiejaar ben ik op tijd, hoef ik niet te haasten. Vaak is het nog lekker weer, maar niet al te warm, waardoor ik in het weekend nog genoeg leuke dingen kan doen die opnieuw dat vakantiegevoel geven.

Andere dingen die daarbij helpen: buiten eten, met het raam open slapen, op teenslippers en in korte broek lopen. Een biertje of een wijntje in het weekend, de bbq aan. Een weekendje strand en zee, wellicht een weekendje meren en bergen – al weet ik eigenlijk niet of de Ardennen bergen zijn.

Maar doe ik dat soort dingen ieder weekend dan ben ik allesbehalve uitgerust als de week begint. De structuur valt weg. Ik moet me weer haasten, ben net niet op tijd. Het is meestal zo rond half september als de klad in het studiejaar komt. Eind september is het vakantiegevoel totaal verdwenen.

Maar….

Met een beetje geluk en klimaatverandering is de herfstvakantie weer zonnig genoeg voor bier, wijn, bbq, strand, zee, meer en berg. Dat weekje is alleen veel te kort, want daarna volgt het donkere gat, die lange lijdensweg tot aan de kerstvakantie. Om die periode aan te kunnen heb ik eigenlijk wéér zes weken vakantie nodig.

We moeten dus niet minder, maar juist méér vakantie. Een vakantie van een of twee weekjes is simpelweg te kort om verveeld te raken, om het ‘lang leve de lol’ zo beu te zijn dat je smacht naar de structuur en regelmaat van het studerende en werkende leven.

Laten we het studiejaar vanaf nu dus opdelen in vier studiekwartalen. Voor het gemak volgen we de vier seizoenen: lente, zomer, herfst, winter. In de lente en zomer doen we zes weken op, zes weken af. Zes weken presteren, zes weken vakantie.

De ‘ik haat vakantie, ik wil het liefst altijd presteren’-mensen, de mensen die vinden dat we nu al te lang (!) vakantie hebben komen we tegemoet in de herfst en in de winter. Dan werken we twee weken langer door en is het ritme acht weken op, zes weken af.

Ik garandeer je dat het echt iets doet met je motivatie als je vier keer zes weken vakantie hebt per jaar. Want na zes weken vrij ben je eindelijk weer uitgerust, toe aan structuur. In de weken dat je moet presteren, kun je keihard knallen. Niet alleen omdat het kan, maar vooral omdat het moet. Bijkomend voordeel: je doet alleen nog dingen die écht belangrijk zijn, voor al het andere heb je immers geen tijd.

En het allerbelangrijkste: je hebt weer een reden om geld te verdienen. Er is namelijk toch iemand nodig die dit eeuwigdurende vakantiegevoel moet gaan betalen… En dat ben jij gewoon zelf.

Inge Duine is Avansmedewerker en oud-docent

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?