Terug naar overzicht

OESO: Nederland telt veel langstudeerders

Illustratie: Jolien van Zutphen
Illustratie: Jolien van Zutphen

Vergeleken met studenten uit andere landen lopen Nederlandse bachelorstudenten vaak studievertraging op. Dat blijkt uit de jaarlijkse internationale vergelijking Education at a Glance.

In sommige landen is het voor studenten veel gebruikelijker om precies op schema te lopen. Van alle Ierse en Britse bachelorstudenten haalt twee derde binnen de gestelde tijd het diploma. Vooral in Ierland zijn er verder nauwelijks studenten met vertraging.

Dat is in Nederland wel anders. Slechts 30 procent studeert nominaal af, 25 procent heeft tot één jaar langer nodig en 18 procent loopt nog meer vertraging op, staat in het rapport Education at a Glance 2025 van de OESO, een economische samenwerkingsorganisatie van 38 overwegend welvarende landen.

Tegenover het lagere tempo van Nederlandse bachelorstudenten staat dat ze hier vaker over de eindstreep komen dan elders. Uiteindelijk behaalt meer dan 73 procent van de bachelorstudenten het diploma, tegen 70 procent gemiddeld in de OESO-landen.

Langstuderen
Het inmiddels twee keer gevallen kabinet wilde een langstudeerboete voor trage studenten invoeren: zij zouden drieduizend euro extra collegegeld moeten betalen als ze langer dan een jaar uitliepen. Dat plan stuitte op enorme weerstand en is uiteindelijk niet doorgegaan.

In de verkiezingsprogramma’s pleit alleen de BBB nog voor een soort langstudeerboete. De VVD wil een bonus voor studenten die op tijd afstuderen. Wie deze bonus gaat betalen, staat er niet bij.

Mannen en vrouwen
Vrouwen doen het wereldwijd beter in het onderwijs dan mannen, blijkt opnieuw uit het rapport, maar ook dat is niet overal hetzelfde. Het verschil tussen mannen en vrouwen is hier groter dan gemiddeld. Na zes jaar (wo) of zeven jaar (hbo) heeft 80 procent van de vrouwen minstens het bachelordiploma behaald, tegenover 65 procent van de mannen: het scheelt 15 procentpunt.

Landen met een bredere kloof dan Nederland zijn onder meer Polen, Estland, Zweden en Finland. Het OESO-gemiddelde is 12 procentpunt, dus iets minder dan hier. In het Verenigd Koninkrijk komen vrouwen én mannen boven de 80 procent. Nergens is het verschil zo klein.

OESO
Elk jaar zet de OESO (of zoals de organisatie internationaal heet: OECD) cijfers over het onderwijs op een rij om een internationale vergelijking mogelijk te maken. Lang niet altijd kunnen landen alle gevraagde data leveren. In deze cijfers over het studiesucces van bachelorstudenten ontbreken bijvoorbeeld de Verenigde Staten.

De data lopen altijd enigszins achter. Hier gaat het bijvoorbeeld om het peiljaar 2023. Deze studenten hebben dus allemaal in de coronacrisis gestudeerd, toen het onderwijs overhoop lag door lockdowns.

Wieg
Waar je wieg staat, maakt in alle landen een verschil. De onderwijsdeskundigen van de OESO keken hoeveel jongeren zonder hoogopgeleide ouders een diploma behalen aan een hogeschool of universiteit, vergeleken met jongeren die wél minstens één hoogopgeleide ouder hebben. In Nederland gaapt er een verschil van 22 procentpunt tussen die twee groepen (en zelfs 41 procentpunt als beide ouders laagopgeleid zijn), wat iets kleiner is dan gemiddeld in de OESO-landen.

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?

Cookie instellingen Cookies