Terug naar overzicht

Oud-VU-jurist is cynisch geworden over rechtssysteem door eigen ervaringen

Door Welmoed Visser, Ad Valvas

Klaas Rozemond, die in 2024 de VU verliet na een conflict bij de Rechtenfaculteit, schreef een boek over grensoverschrijdend gedrag binnen universiteiten en andere organisaties. Het falende rechtssysteem is de rode draad.

“Mijn geloof in het recht heeft een enorme knauw gekregen”, zegt Klaas Rozemond, inmiddels universitair hoofddocent strafrecht bij de Universiteit van Amsterdam in een gesprek over zijn nieuwe boek Grensoverschrijdend gedrag in universiteiten en andere organisaties, als e-boek uitgegeven bij Brave New Books en als pdf te downloaden bij ResearchGate.

Het is ironisch dat Rozemond als onderzoeker van juridische mechanismen uiteindelijk zelf in een situatie terechtkwam waarin juist die mechanismen niet bleken te werken.

Bijvoorbeeld de regel dat iedereen gelijk is voor de wet, artikel 1 uit onze grondwet. In zijn boek concludeert Rozemond dat er het in veel zaken van grensoverschrijdend gedrag op het werk daar nou juist misgaat: er is een elite die zichzelf boven de wet plaatst en uitsluit van juridische en morele beoordeling.

“Het gaat om macht die niet door recht en moraal wordt beperkt, terwijl dat juist de functie van recht en moraal zou moeten zijn. Dat is het kernprobleem van grensoverschrijdend gedrag: mensen met macht houden zich niet aan elementaire normen en weten met macht te verhinderen dat zij daarop worden aangesproken”, schrijft Rozemond.

Academische elite
In Rozemonds geval gaat dat om een academische elite: leidinggevenden en bestuurders aan de universiteit, maar hij haalt ook een aantal gevallen aan uit de media, de culturele wereld en de politiek. Het boek is gebaseerd op Rozemonds eigen ervaringen met machtsmisbruik aan de VU, waarover Ad Valvas eerder dit artikel schreef en op andere affaires van machtsmisbruik.

Samengevat komt Rozemonds zaak erop neer dat twee hoogleraren strafrecht bij de directeur bedrijfsvoering meldden dat er anonieme verklaringen waren dat Rozemond verbaal agressief zou zijn geweest. Na gesprekken waarin dit uit de lucht leek te zijn, kreeg Rozemond ineens een officiële waarschuwing van de directeur bedrijfsvoering, die later in opdracht van het college van bestuur weer werd ingetrokken, want de waarschuwing was ‘onvoldoende concreet onderbouwd’ en zonder wederhoor en feitenonderzoek gegeven.

Enige tijd later dreigden zijn leidinggevenden hem alsnog op non-actief te stellen. De basis van het conflict tussen Rozemond en zijn leidinggevenden waren de anonieme verklaringen van verbaal agressief gedrag op vergaderingen en bijeenkomsten waar Rozemond aantoonbaar niet aanwezig was geweest.

Je zou denken dat zo’n zaak is opgelost als je als werknemer hebt aangetoond dat die verklaringen niet juist kunnen zijn en dat er dan wordt uitgezocht wie die verklaringen heeft verzonnen, maar dat bleek niet zo te zijn. De toenmalige decaan weigerde de zaak te onderzoeken en de schade en de advocatenkosten te vergoeden. De directeur bedrijfsvoering sommeerde Rozemond in mediation te gaan met de twee hoogleraren.

Inhoudelijk gelijk
Rozemond ging ver in het aankaarten van het wangedrag van de twee hoogleraren en de directeur bedrijfsvoering, veel verder dan de meeste mensen in vergelijkbare situaties doen. Hij meldde de zaak bij de klachtencommissie van de VU, hij dagvaardde de VU voor een schadevergoeding en stapte naar de Raad van Toezicht van de VU, het Huis van de Klokkenluiders en de Orde van Advocaten.

Inhoudelijk kreeg Rozemond een aantal keren gelijk: een waarschuwing aan hem werd ingetrokken, hij kreeg de schade en advocatenkosten vergoed, uit een cultuuronderzoek bleek dat er bij de afdeling Strafrecht een onveilige werksfeer heerste en dat er sprake was van gebrekkig leiderschap.

En toch wilde geen enkele instantie zich branden aan de conclusie dat het hier ging om een maatschappelijke misstand vanwege een onveilige werksfeer en dat het aannemelijk is dat de twee hoogleraren en de directeur bedrijfsvoering zich schuldig hebben gemaakt aan het verzinnen van verklaringen.

Er alleen voor staan
“Het is Kafka”, zegt Rozemond daarover, “je weet dat je gelijk hebt, maar je krijgt geen gelijk. En dat heeft veel met me gedaan, niet alleen mijn vertrouwen in het juridische systeem is geschaad, maar ook mijn vertrouwen in de medemens.”

Een reden waarom hij het boek schreef is als steun in de rug voor mensen in vergelijkbare situaties.  “Tijdens dit conflict heb ik vaak het gevoel gehad dat ik er helemaal alleen voor stond”, vertelt Rozemond, “en iedereen die ik spreek die ook grensoverschrijdend gedrag heeft meegemaakt, herkent die eenzaamheid. Soms ga je aan jezelf twijfelen. Ben ik nou gek geworden?”

Het is een van de redenen waarom Rozemond er een e-boek van heeft gemaakt dat makkelijk te verspreiden is via de mail en via sociale media. Rozemond hoopt dat het veel gedeeld zal worden.  Zelf deelde hij het boek vorige week op LinkedIn en hij kreeg veel reacties van mensen die vergelijkbare dingen hebben meegemaakt.

Hulp van buitenaf
Voor die mensen geeft Rozemond in het boek een aantal tips over wat je kunt doen als je met grensoverschrijdend gedrag te maken krijgt. De belangrijkste: “Vertrouw niet te veel op leidinggevenden, bestuurders of op vertrouwenspersonen, ombudslieden, gedragscodes, klachtenregelingen en klachtenbehandelaars. Voor effectief optreden tegen ernstige vormen van grensoverschrijdend gedrag kun je beter hulp van buitenaf inroepen en vooral juridische bijstand van een advocaat of een arbeidsjurist van een vakbond”, schrijft Rozemond.

Een cynische conclusie als je bedenkt hoeveel energie er de afgelopen jaren bijvoorbeeld op de VU is gestoken in  het optuigen van meldpunten en procedures om de sociale veiligheid te vergroten. Maar helaas blijkt uit Rozemonds zaak en uit die van andere gedupeerden die hij aanhaalt, dat die programma’s inderdaad nog weinig effectief zijn en dat zelfs een lange adem soms niet helpt om je gelijk te halen.

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?

Cookie instellingen Cookies