Terug naar overzicht

AMR over bezuinigingsplan Relevant en Robuust: ‘Goede communicatie, zorgen over haalbaarheid’

Avans aan de Cobbenhagenlaan in Tilburg

Een goed startdocument, zo noemt de Avans Medezeggenschapsraad (AMR) bezuinigingsplan Relevant en Robuust. Wel maakt de raad, die het plan voor de zomer uitvoerig bekeek, zich zorgen of de voorgestelde plannen het door Avans gewenste resultaat gaan hebben. Een adviesbrief met hun bevindingen ging voor de zomervakantie naar het college van bestuur.

Avansmedewerkers Eva-Lisa Janssen en William Aarts zijn onderdeel van de werkgroep Relevant en Robuust in de AMR. Samen met andere AMR-leden van vorig jaar schreven zij de adviesbrief aan het college van bestuur.

‘’We zijn blij met actie. Als eindpunt zien we dit plan niet, we zien het als een vertrekpunt. Er wordt een strategische richting aangegeven, maar deze moet nog worden vastgesteld en ook worden bediscussieerd met de raad in een nieuw instellingsplan. Ook willen we eerst een mening vormen over alle deelopdrachten en hoe die financieel doorwerken. Daarna willen we pas de diepte ingaan’’, aldus Avansmedewerker Janssen. Daar is collega-raadslid Aarts het mee eens. ‘’We zien dat het plan is gemaakt met een strategische gedachte, dat juichen we toe. Tegelijkertijd zeggen we ook dat het een voornemen is dat nog niet is vastgesteld. Het is een richting, waar we het gesprek over aangaan.’’

Vanaf 2027 dreigt Avans een tekort van minimaal twintig miljoen euro per jaar te hebben. Dat komt doordat het aantal studenten daalt en de hogeschool daardoor minder geld ontvangt van de overheid. Ook krijgen ze per student minder geld van de overheid. Wel blijven de vaste kosten van Avans nagenoeg gelijk. Daarom neemt de hogeschool financiële maatregelen, die zijn gebundeld in bezuinigingsplan Relevant en Robuust. Minder keuzemodules en het samenvoegen van academiebureaus zijn een aantal van die maatregelen.

Zorgen om haalbaarheid
De raadsleden keken bij het analyseren van Relevant en Robuust naar drie punten. De haalbaarheid, in hoeverre het aansluit bij beleid dat er al ligt en wat de invloed van de plannen gaat zijn op het onderwijs en onderzoek. Dat heet het primaire proces.

De AMR verwacht niet dat alle besparingen gehaald kunnen worden in de jaren waarin ze genoemd zijn. Zeker de besparingen uit het plan in cluster 1 ‘Versimpelen’ en cluster 2 ‘Meer synergie in de primaire processen’, die het onderwijsproces raken, leveren volgens de raadsleden mogelijk niet het gewenste resultaat op in de periode waarin nu de besparing ingeboekt staat.

Waarom denken jullie dat deze besparingen niet het gewenste resultaat opleveren?
Aarts
: ‘’De doorrekeningen die het cvb doet, klinken heel logisch. Maar de praktijk is dat we nog bezig zijn met het uitrollen van Ambitie 2025 en de afspraken die daarin zijn gemaakt. Dat is een lijn voor vier jaar, die je niet halverwege kunt stoppen om iets anders te doen. Het is ook een wettelijke plicht om vier jaar een curriculum te draaien. Dan kom je uit op 2028. Per 2027 een flinke bezuiniging op het onderwijs draaien, kan niet. Dan komen er acute liquiditeitsproblemen, tenzij je met de botte bijl gaat hanteren. Dat is onze vrees.’’

De raad denkt ook dat met de bezuinigingen in deze sectoren, zoals het samenvoegen van academiebureaus, de onderwijskwaliteit en studentervaring in het geding komt.

Waarom denken jullie dat?
Janssen: ‘’We moeten niet vergeten dat de implementatie van Ambitie 2025 een grote aanslag was op de mensen in het primaire proces. Studenten, maar zeker docenten en medewerkers in het primaire proces, zijn verandermoe. Aangezien zij het dichtst bij de ‘klant’ staan, lijkt het ons logisch deze groep zoveel mogelijk te ontzien. Dat is ook in het belang van de onderwijskwaliteit. Academiebureaus zien we ook als onderdeel van het primaire proces.’’

Aarts: ‘’Het samenvoegen van academiebureaus klinkt op papier makkelijk. Binnen de academie waar ik werk, zijn we net samengegaan met andere opleidingen. Maar als je medewerkers van ons academiebureau vraagt welke winst we daar mee hebben gemaakt, zeggen ze ‘geen’. Want de ene opleiding werkt op de ene manier, de andere weer anders. Je krijgt pas resultaat als je op elkaar bent afgestemd, dat kost een paar jaar.’’

Janssen en Aarts: ‘’Het college heeft gezegd dat ze docenten de tijd willen blijven geven om persoonlijke aandacht te blijven besteden aan studenten. En dat stelt gerust. Maar dat willen we wel terugzien in de plannen en cijfers. We hebben een toezegging gehad dat er in september een nieuw integraal plan ligt, met nieuwe cijfers. En daar gaan we het college aan houden.’’

Jullie schrijven dat als besparingen eerder dan 2028 gerealiseerd moeten worden, bestaande blauwdrukken en curricula tussentijds moeten worden aangepast. Dat zou niet in lijn zijn met gemaakte afspraken en de draagkracht van de organisatie, staat in de adviesbrief. Hebben jullie daar een voorbeeld van?
Aarts en Janssen:
‘’Zo’n herontwerp is pas zinvol aan het begin van een nieuwe curriculumcyclus, en het is niet wenselijk om dat nu al te starten. Sterker nog: er is eerder afgesproken dat de curricula die ontwikkeld zijn binnen Ambitie 2025, minimaal vier jaar mee moeten gaan. Die belofte moet serieus genomen worden. Vervroegd aanpassen zou haaks staan op die afspraken en op het draagvlak en heel wat vragen van de absorptiecapacapaciteit van de organisatie op mentaal en fysiek vlak.’’

Meer besparen op andere plekken
Gezien de urgentie van de aanstaande financiële tekorten, adviseert de raad meer ingrijpende besparingen te zoeken op plekken die niet direct raken aan het primaire proces. De leden verwachten dat er onder meer winst te behalen is in cluster 1.3 ‘Het concentreren van diensteenheden’.

Hebben jullie daar voorbeelden van?
Aarts: ‘’De AMR zegt niet hoe dit moet plaatsvinden, we zien alleen dat de verhoudingen tussen primaire en ondersteunende processen met dit plan niet beter in balans komen. Onze denkwijze is dat er een te hoog bedrag staat bij het primaire proces van onderwijs en academiebureaus en dat dat dus elders extra gehaald moet worden. Omdat we anders per 2027 een liquiditeitsprobleem hebben.’’

Janssen
: ‘’We kunnen winst halen door meer ondersteunend te worden aan de praktijk van het onderwijs en onderzoek. Met de beste intenties besteden we veel tijd aan afstemming, maar daardoor ligt de focus soms te veel op de interne organisatie in plaats van op de ondersteuning van de mensen voor wie we het doen. Docenten, onderzoekers en de directieleden die hen vertegenwoordigen, de klant, zitten in dit soort processen nog te weinig structureel aan tafel.’’

In sector 2.5 van Relevant en Robuust staat dat Avans een afwegingskader wil ontwikkelen waarin wordt gekeken welke lectoraten waarde toevoegen aan het onderwijs. Daar zijn jullie positief over. Waarom?
Aarts
: ‘’CoE’s groeien snel en dat gaat logischerwijs gepaard met groeiende financiële middelen. Maar concrete resultaten in doorwerking naar onderwijs zien we nog niet altijd. Het is van belang om de ambitie met onderzoek, maatschappelijk relevant blijven en de link naar onderwijs te verwezenlijken. Dat betekent ook dat we scherpe keuzes maken over wat we wel en niet doen. We staan als AMR achter de opdracht in het plan om deze scherpe keuzes ook bij lectoraten door te voeren door middel van een helder afwegingskader.”

Jullie adviseren de beleidsmakers om tijdig en zorgvuldig te voorzien in ondersteuning en communicatie aan studenten en medewerkers die momenteel in onzekerheid verkeren door de bezuinigingsmaatregelen. Waarom?
Janssen
: ‘’We willen dat dit een gezamenlijk proces is en vinden het belangrijk dat iedereen in de organisatie zich verantwoordelijk voelt. Als raad voelen wij ons onderdeel van dit traject, maar we kunnen ons voorstellen dat dit niet voor iedereen zo geldt. Daarom doen nodigen we iedereen, en in het bijzonder mensen binnen de deelraden, uit om ons input te geven. Want wij vertegenwoordigen jou. Zoek ons op.’’

Jullie zaten de laatste tijd vaak met het college van bestuur om het over Relevant en Robuust te hebben. Hoe ervaarden jullie die gesprekken?
Janssen
: ‘’Voor het college, ons als raad en de hele organisatie is dit een spannende tijd. Dan zou je verwachten dat de relatie op spanning komt te staan, maar dat lijkt niet het geval te zijn geweest. We voelen ons door het college meegenomen in het plan. De vervolgstappen zijn nog niet genomen, en daar moeten we goed op letten, maar tot nu toe verloopt het proces heel aangenaam. Maar dat wil niet zeggen dat we niet scherp gaan zijn.’’

Aarts: ‘’De aanpak van dit college maakt dat het heel prettig werkt. De hele organisatie wordt meegenomen en we krijgen antwoord op de vragen die we stellen. Daardoor kunnen we het juiste gesprek voeren. Dat dat op deze manier gebeurt, is een trendbreuk met andere colleges. Sinds Marjan Hammersma er is, is er de openheid. Dat is weleens anders geweest, zoals bij de totstandkoming van plan Ambitie2025. Toen gaven we veel adviezen die vaak niet opgepakt werden. Dat is later ook bevestigd in de Gateway review.’’

De adviesbrief naar het college van bestuur is verstuurd. Wat is nu de volgende stap?
Aarts: ‘’Het college gaat kijken in hoeverre onze kritiek klopt. In september verwachten we een nieuw integraal plan. We verwachten een nieuw financieel plaatje, en dat daarop ingezet gaat worden.’’

Wil jij meedenken over Relevant en Robuust en heb je input voor AMR-leden? Je kunt dan mailen naar centrumvoormedezeggenschap@avans.nl.

Reactie college van bestuur:
Wat vinden jullie van het AMR-advies over Relevant en Robuust in het algemeen?
”De AMR heeft een waardevol en bruikbaar advies gegeven over het programma Relevant en Robuust Avans, zowel over de inhoudelijke maatregelen als over het proces om tot een goede uitvoering te komen. We hebben grote waardering voor het advies en nemen dit ter harte. Zo heeft de AMR de programmadirecteur bijvoorbeeld geadviseerd het studentperspectief te betrekken en goed te kijken naar de timing van de maatregelen. Beide adviezen heeft het programmateam omgezet in aanvullende onderzoeken en analyses. De programmadirecteur neemt de adviezen mee bij het verder inrichten en zo nodig bijsturen van het programma.”

De AMR verwacht niet dat alle besparingen gehaald kunnen worden in de jaren waarin ze genoemd zijn. Hoe reageren jullie daarop?
”Het programmateam neemt alle adviezen van de AMR ter harte. Wij kijken goed naar de argumenten van de AMR en zullen aanvullende analyses uitvoeren. De resultaten van deze analyses worden meegenomen in de verdere uitwerking van het programma, en indien nodig worden er onderbouwde aanpassingen aan het programma gedaan.”

Hoe ervaren jullie de gesprekken met de raad over Relevant en Robuust?
”Zowel het CvB als de programmadirecteur ervaren de gesprekken met de AMR als open, plezierig, nuttig en positief kritisch. De AMR brengt veel kennis en ervaring in over alle geledingen van Avans en daar maken we graag gebruik van, in het belang van een goede en werkbare uitvoering van het programma Relevant en Robuust Avans. Wij gaan de AMR direct inzicht bieden in de instrumenten waarmee wij de voortgang van het programma monitoren.”

Waar gaan jullie nu mee aan de slag op het gebied van dit dossier?
”Dit collegejaar staat in het teken van een goede en werkbare uitvoering van het programma Relevant en Robuust Avans. De maatregelen die voorzien zijn voor 2025 en 2026 worden verder voorbereid en uitgewerkt. Er wordt een systematiek ingericht om de voortgang van het programma te kunnen monitoren, ook zijn instrumenten in ontwikkeling om onder meer het welzijn van de collega’s en de draagkracht van de organisatie te volgen. De AMR wordt nauw betrokken bij alle acties, onder meer via de reguliere medezeggenschapsinstrumenten, maar we blijven elkaar ook goed informeren.”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?

Cookie instellingen Cookies