
Avansstudenten hebben minder vrijheid in het kiezen van modules dan oorspronkelijk beloofd was door de hogeschool. Vlak voor de zomer bleek dat zonder een aanpassing in het keuzeproces de leeruitkomsten die nodig zijn voor een hbo-diploma mogelijk niet allemaal gehaald konden worden. Dat leidde tot een noodgedwongen aanpassing van de KaderOER. Daarbij werd de Avans Medezeggenschapsraad, die op dit onderwerp instemmingsrecht heeft, in eerste instantie gepasseerd. Uiteindelijk stemde de raad onlangs niet in met het voorstel.
Het initiële plan voor het keuzeonderwijs was dat studenten 25 procent van hun studie, 60 studiepunten verdeeld over jaar twee, drie en vier, volledig zelf konden invullen. Dat kon enerzijds via keuzemodules ter verdieping, verbreding of profilering en anderzijds door het volgen van een minor.
De OER beschrijft per opleiding onder andere het examenprogramma, tentameneisen, regels voor vrijstellingen, de regeling voor het bindend studieadvies en regels rondom bezwaar, klachten en beroepen. De KaderOER geldt Avansbreed.
Avans legde in 2020 met Ambitie 2025 het vernieuwende keuzeonderwijs vast. De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), die landelijk opleidingen accrediteert, stelde in april 2024 nieuwe richtlijnen op. Dat was ruim nadat Avans het onderwijsmodel ontwikkelde, maar voordat de hogeschool het nieuwe keuzeonderwijs invoerde. Vlak voor de zomer ontving het college van bestuur (cvb) een brief van het Netwerk Voorzitters Examencommissies. Die gaf aan dat er door de nieuwe richtlijnen van de NVAO een aanpassing van de KaderOER nodig was. Overlap in modules moest worden voorkomen en de vrije keuzeruimte mocht geboden blijven worden, maar moest wel in grotere mate gaan aansluiten bij de beoogde resultaten van de opleiding die een student volgt.
Aanscherping
“Die aanscherping zat er bij ons niet in: iedereen mocht álles kiezen. Dat kan nog steeds, maar een deel van die keuze is verbredend of verdiepend geworden”, zegt Charissa Freese, lid van het college van bestuur van Avans. Zonder die aanpassing had het gekund dat de leeruitkomsten die nodig zijn voor een hbo-diploma, niet allemaal gehaald konden worden.
De aanpassing betekent dat studenten nog steeds keuzevrijheid hebben en modules bij andere opleidingen kunnen volgen, maar dat een deel van hun keuze vanaf nu verbredend of verdiepend moet zijn. Voor 30 studiepunten kiezen studenten modules die aansluiten bij hun opleiding. De andere 30 studiepunten zijn vrij in te vullen.
Kunnen voorzien
Dat de keuzemodules in eerste instantie werden opgezet op een manier die niet aan alle normen voldeed, had Avans “misschien kunnen voorzien” volgens Freese. “Maar het signaal dat er iets misging, kregen we pas vlak voor de zomer. Toen moesten we snel in actie komen en dat deden we door de KaderOER op het laatste moment aan te passen.”
AMR overgeslagen
Volgens paragraaf 1.4.2 van de OER van Avans gaan noodzakelijke aanpassingen van het document langs de AMR, die er vervolgens al dan niet mee instemt. Dat proces werd in dit geval niet gevolgd. Doordat de AMR al met zomerreces was, was het niet meer mogelijk de aanpassing met de raad te bespreken.
“Dat had te maken met een ongelukkige samenloop van omstandigheden”, geeft Freese toe. “Maar de KaderOER móest worden vastgesteld, voordat studenten na de zomer aan de modules zouden beginnen. Het was kiezen tussen twee kwaden, we kozen ervoor om het belang van de studenten te laten prevaleren.”
Niet ingestemd
De AMR toonde zich meerdere keren kritisch over het proces. De raad voerde na de zomervakantie meermaals overleg met het cvb, dat de gewijzigde OER toch besloot voor te leggen ter instemming. Op dinsdag 9 december stemde de raad unaniem niet in met het voorstel. Tot dat moment was de gewijzigde KaderOER geldend. Nu de raad niet heeft ingestemd met de wijziging, geldt de KaderOER die daarvoor al geldig was. “We moeten kijken hoe we wél instemming kunnen krijgen. We zijn in goed gesprek. We hebben allemaal het belang van de studenten voor ogen: brede keuzemogelijkheden en een goede kwaliteit van de diploma’s”, zegt Freese.
Niet iedereen bij voorkeursopties
Inmiddels zijn ruim 3.800 studenten begonnen aan hun keuzemodules. Van die groep is 97 procent geplaatst bij hun eerste, tweede of derde keuze. Voor een groep van 141 tweedejaars bleek dat niet mogelijk omdat hun voorkeursopties al vol zaten door grote populariteit. “Het is prachtig dat het grootste gedeelte wel is geplaatst bij een module van hun keuze. Maar voor die 141 studenten telt dat niet: zij moesten iets anders doen. Ik begrijp dat ze daarover teleurgesteld zijn”, aldus cvb-lid Freese. Inmiddels is die groep bij een module ingedeeld en worden die studenten gevolgd en begeleid in hun proces.
Geen heldere communicatie
Of modules voldeden aan alle gestelde eisen was bij het kiezen – wat in lesweek een tot en met zes gebeurt – niet voor iedere student duidelijk. Communicatie daarover verschilde per opleiding of academie. “Daar willen we in de toekomst meer regie op. We willen naar een uniform systeem waarin studenten vóór ze een keuze maken, weten of een module verdiepend of verbredend is”, zegt Freese.
Paal boven water
Keuzevrijheid voor studenten vormde een paar jaar geleden een belangrijk onderdeel van Ambitie2025. Dat daar nu wijzigingen in moeten worden aangebracht, betekent volgens de Avansbestuurder niet dat dat nu niet meer belangrijk is. “Dit is het model voor de toekomst en staat nog steeds als een paal boven water. Studenten hebben nog steeds keuzevrijheid, meer dan bij andere hogescholen. We lopen hierin nog steeds voorop”, zegt Freese.
Nu de AMR niet heeft ingestemd met de gewijzigde KaderOER, is het aan het cvb om met een nieuw voorstel te komen. Daar buigt het medezeggenschapsorgaan zich dan opnieuw over.
Reactie van Eva-Lisa Janssen, namens de werkgroep binnen de AMR die naar het stuk keek:
Hoe kijkt de AMR naar het proces rondom de aanpassing van de KaderOER, waarbij de raad in eerste instantie werd gepasseerd?
“De AMR vindt het belangrijk dat beslissingen over de KaderOER zorgvuldig en volgens de wettelijke procedures worden genomen. De KaderOER is namelijk een belangrijk document waarin rechten voor studenten worden vastgelegd. Daarom is het essentieel dat wijzigingen altijd langs de medezeggenschap gaan. Zo hebben we dat ook opgenomen in ons medezeggenschapsregelement. In dit geval is dat niet gebeurd. Wij vinden dat jammer en hebben dat ook zo uitgesproken.”
Hoe ervaren jullie de gesprekken met het cvb over dit thema?
“De gesprekken zijn op betrekkingsniveau heel aangenaam en constructief. En op inhoudsniveau moeten we nog tot goede overeenstemming komen. We begrijpen dat het college zelf ook in een ‘squeeze‘ zit. Tegelijkertijd zijn wij als AMR duidelijk geweest: een kaderOER-wijziging vraagt altijd om instemming, dat is simpelweg een wettelijke stap die zorgt voor zorgvuldigheid en legitimiteit.”
Wat vinden jullie ervan dat de raad inmiddels wel instemmingsrecht heeft gekregen?
“De AMR is positief over het feit dat ons instemmingsrecht nu duidelijk is vastgelegd en wordt erkend. Dat zorgt ervoor dat de verschillende perspectieven binnen Avans (studenten, medewerkers) goed worden meegewogen voordat beleid wordt vastgesteld. Maar het hebben van instemmingsrecht is één ding. Het consequent naleven ervan in het proces is minstens zo belangrijk. Deze complexe situatie benadrukt voor ons juist het belang dat dit recht serieus wordt genomen en in alle gevallen wordt toegepast.”
Punt. Of had jij nog wat?