Terug naar overzicht

Sociale veiligheid op St. Joost School of Art & Design: ‘Tegenwoordig is het duidelijker wat moreel en ethisch passend gedrag is’

St. Joost School of Art & Design in Breda

De laatste jaren is het kunstonderwijs in Nederland meerdere keren opgeschrikt door incidenten van grensoverschrijdend gedrag. Ook binnen de academie Avans Creative Innovation (ACI) en St. Joost School of Art & Design vonden meerdere incidenten plaats. De laatste jaren zette de directie het onderwerp sociale veiligheid daarom systematisch op de agenda en er kwam een gedragscode sociale veiligheid. “Het zou een illusie zijn om te denken dat we er zijn. De tijd die het kost, moeten we aanvaarden.”

Sociale veiligheid is een breed begrip waar verschillende thema’s onder vallen en dat door veel mensen op andere manieren wordt uitgelegd. Volgens directeur René Bosma en adjunct-directeur Siela Ardjosemito-Jethoe van ACI staat sociale veiligheid voor de manier waarop je onderdeel kunt uitmaken van je omgeving en daarbinnen zo goed mogelijk uit de verf kunt komen. Zonder dat je daarin hinder ervaart. “Dat je je als student, docent of medewerker vrij genoeg voelt om bij te dragen en deel te nemen op een manier die voor jou goed voelt en die een ander je niet in de weg zit om van diezelfde vrijheid gebruik te maken”, zegt Ardjosemito-Jethoe, die gespecialiseerd is in diversiteit en sociale veiligheid.

Ook op St. Joost incidenten
Het thema sociale veiligheid staat de laatste jaren hoog op de agenda. In de maatschappij, maar ook binnen het kunstonderwijs. Dat werd verschillende keren opgeschud doordat er meerdere incidenten naar buiten kwamen vanuit verschillende onderwijsinstellingen. Daarin was sprake van systematisch grensoverschrijdend gedrag. De onderwijsinspectie voerde meerdere onderzoeken uit naar de sociale veiligheid binnen kunst- en modeonderwijs.

Ook op St. Joost School of Art & Design, vroeger de Academie voor Beeldende Kunsten Breda en de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch, is sprake geweest van grensoverschrijdende incidenten. Dat kwam aan het licht na artikelen in de media. Het gaat om nu oud-docenten die zich in de jaren negentig schuldig maakten aan seksueel grensoverschrijdend gedag. De mannelijke docenten hadden een relatie met een student. “Hoewel het toen nog geen Avans was, hebben we daar wel onze verantwoording voor afgelegd”, zegt Bosma. De docenten zijn in artikelen niet bij naam genoemd, maar zijn volgens de directeur wel herleidbaar.

Maar ook nu komen er nog incidenten voor, het afgelopen jaar werden er zo’n twintig gemeld binnen ACI. Daar maakt St. Joost onderdeel van uit. “Dat is op drieduizend studenten en collega’s en in allerlei gradaties. Maar dan kwantificeer je ervaringen van mensen en dat vind ik ingewikkeld”, zegt de adjunct-directeur. “Ik denk dat het mooier is om erover te spreken vanuit de ontwikkeling. Het is goed dat we er tegenwoordig gepaste aandacht voor hebben. En dat we een cultuur creëren waarbinnen we elkaar weten te vinden op persoonsniveau en dat we ruimte maken om vanuit het systeem de juiste stappen te zetten, om recht te doen aan de situatie.”

Mediation en tijdelijke schorsingen
De incidenten op de kunstacademie vonden op verschillende niveaus plaats. Zo zijn er casussen van studenten die zich onveilig voelden, collega’s die niet samen door een deur konden of seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen studenten in de privésfeer toen ze nog een relatie hadden. Dat verstoorde het volgen of geven van onderwijs. De academie handelde op verschillende manieren. Soms volstond één gesprek tussen betrokkenen, soms werd er samen met een vertrouwenspersoon een gesprek gevoerd en in andere gevallen werd een mediation-traject gestart. Ook werden studenten overgeplaatst naar een andere onderwijslocatie of naar een andere klas, waar ze hun opleiding voortzetten. Een deel van de incidenten werden ook aan juridische zaken voorgelegd, omdat ze juridische implicaties kunnen hebben. “Zeker als je zwart-op-wit afspraken maakt over omgangsvormen en arbeidsinrichting, moet het juridisch kloppen en navolgbaar zijn”, zegt de adjunct-directeur. In sommige casussen werden studenten tijdelijk geschorst.

Op dit moment wordt nog niet in een systeem bijgehouden hoeveel meldingen van grensoverschrijdend gedrag er binnenkomen bij St. Joost. Dat gebeurt handmatig. De academie streeft naar een digitaal systeem om van daaruit analyses te kunnen maken en delen. Daarmee werken sommige onderwijsinstellingen in het buitenland. “Nu voelt wat we doen namelijk soms wat onaf”, zegt de adjunct-directeur, die voorstander van zo’n systeem is. “Als je inzichtelijk kan maken hoeveel zaken er waren en rond welke thema’s, en hoe die zijn afgehandeld, zorg je ervoor dat je in rekenschap wordt gehouden. Bovendien laat je zo zien dat er systematisch wordt gewerkt als het om grensoverschrijdend gedrag gaat.

Meer bewustwording
Volgens Bosma, die met Ardjosemito-Jethoe onlangs ook in een podcast sprak over het thema, is het een signaal van deze tijd dat voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag in het kunstonderwijs naar buiten zijn gekomen. Hij voegt eraan toe dat het tegenwoordig beter mogelijk is om dergelijke gebeurtenissen bespreekbaar te maken. “Dat is een goede ontwikkeling. Er is bewustwording van het feit dat mensen in het kunstonderwijs in een onveilige situatie terecht kunnen komen”, zegt de vertrekkend directeur, die naar Fontys overstapt om daar dezelfde functie te bekleden. “Heel lang wilden we dat onderwerp vermijden, werd het in de wandelgangen gehouden en verzwegen. Ook hier op St. Joost.” Ardjosemito-Jethoe: “In het kunstonderwijs en ook breder is er niet veel aandacht geweest voor grensoverschrijdend gedrag, het was geen topic. Pas in reflectie komt er jaren na dato geluid over bepaald gedrag. En in het licht van nu beschouwen we die gedragingen ook echt anders. Tegenwoordig is het duidelijker wat moreel en ethisch passend gedrag is. Daar kunnen we dus ook op anticiperen met het ontwikkelen van een professionele houding die bij 2024 hoort.”

Gevoelig voor incidenten
Volgens experts zijn kunstopleidingen door een aantal factoren gevoelig voor incidenten. Docenten zitten dicht op hun studenten, soms letterlijk. Feedbackmomenten vinden vaak één-op-één plaats, in afgesloten ruimtes. Ook zijn de opleidingen kleinschalig en zijn er docenten met een eigen kunstpraktijk die daarmee invloed hebben in het werkveld. Daardoor ligt machtsmisbruik op de loer. Tot slot is het werk van kunststudenten vaak persoonlijk met thema’s als gender, identiteit en trauma. Beoordelingen kunnen daarom persoonlijk aanvoelen.

Lisanne van Happen is docent Ondernemerschap en talentencoach bij de kunstacademie. Zij erkent dat bovenstaande factoren meespelen. “Afgesloten ruimtes zijn veilige plekken om je craft te leren, maar kunnen ook ongemak en machtsverhoudingen met zich meebrengen”, zegt ze. Met haar docent-collega’s voert ze regelmatig gesprekken over hoe dat kan veranderen. “Misschien twee docenten in een lokaal, of geen gebruik maken van afgesloten ruimtes? Aan de andere kant moeten we ook erkennen dat die omgeving zo is en dat we bij onze opleiding niet altijd met dertig studenten bij elkaar zitten.”

Uit onderzoek van de Onderwijsinspectie werden bovenstaande factoren aangewezen als risico’s die de kans op een onveilige leeromgeving kunnen vergroten binnen het hoger kunst- en modeonderwijs.

Gedragscode en scholing
Het startpunt om de sociale veiligheid in het kunstonderwijs te vergroten en het onder de aandacht te brengen van medewerkers en docenten, was in 2020. Toen stelden directieleden in het kunstonderwijs, ook van St. Joost, in samenwerking met een extern adviesbureau een gedragscode sociale veiligheid op. Die bestaat uit een soort handleiding waarin staat welke maatregelen elke instelling minimaal moet nemen en aan welke kwaliteitseisen de uitvoering daarvan moet voldoen. Ook bevat het een praktisch plan waarin staat hoe kunstonderwijsinstellingen moeten handelen als er gevallen aan het licht komen van grensoverschrijdend gedrag en hoe je die kunt voorkomen. “Het gevaar bestaat dat je daarmee een papieren werkelijkheid creëert, maar het is een handig document. Het geeft houvast, daarnaast is het goed om er gesprekken over te voeren met een handelingsperspectief”, zegt Bosma. Op het moment dat de kunstacademie ermee aan de slag ging, was zo’n document er Avansbreed nog niet. Inmiddels heeft Avans zelf ook een gedragscode, waarvan de inhoud min of meer aansluit op die van het kunstonderwijs.

De kunstacademie, met onderwijslocaties in Breda en Den Bosch, zorgde ook voor het vergroten van didactische en professionele kennis onder medewerkers en docenten. Dat gebeurde onder andere via diversiteitsdagen, projecten over meer toegankelijk zijn en scholingsprogramma’s zoals Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid en BasisKwalificatie Examinering, op maat gemaakt voor de kunsten. “Dat laatste was nodig om op een andere manier naar de rol van de docent te kijken”, zegt Bosma. Hij is positief over de invoering daarvan. “Het kunstonderwijs ontwikkelt zich de laatste jaren, dit is een grote verbetering.”

De adjunct-directeur geeft aan dat er in de hele samenleving, dus ook bij St. Joost, een hoop gebeurt op het gebied van sociale veiligheid. Dat brengt vraagstukken met zich mee, duurzaam aandacht besteden aan het onderwerp en grensoverschrijdend gedrag erkennen.

Onveilig of ongemakkelijk
Het bespreken van het onderwerp sociale veiligheid is soms wel lastig, geeft de directie aan. Dat zit hem vooral in het woord veiligheid. Want wat voor de een als onveilig aanvoelt, kan voor de andere persoon eerder een gevoel van ongemak zijn. Niet iedereen is hetzelfde en ervaart situaties dan ook op een andere manier. “Daarom is het zo belangrijk om in een open omgeving te zijn waarin je het gesprek daarover kunt aangaan, zonder gehinderd te worden of een gevoel van hiërarchie- of machtsverschil te ervaren”, aldus Ardjosemito-Jethoe. Bosma: “Het legt ook de moeilijkheid bloot. Want als student tot docent of bestuurder, blijf je altijd een verschil in hiërarchie houden. Dat is lastig.”

Docent Van Happen is blij met het agenderen van de gedragscodes en de aandacht die het onderwerp krijgt. Ook zij ziet de moeilijkheden. “Je eigen perceptie is niet altijd voldoende, want mijn richtlijnen zijn niet altijd van toepassing op anderen. Goed communiceren en het creëren van een cultuur waarin je pijnpunten tussen de docent en student bespreekbaar kunt maken, is daarom erg belangrijk”, zegt ze. “Het gaat ook niet altijd om iets juridisch, maar soms om het ethische aspect. Daar voeren we met collega’s veel gesprekken over. Daar leren we van.”

Ondersteuning
Als studenten, medewerkers of docenten zich door een gebeurtenis onveilig voelen, zijn er verschillende manieren om dat te melden binnen de kunstopleiding. Zo heeft iedere student, net als alle andere Avansstudenten, een studieloopbaanbegeleider met wie ze in gesprek kunnen, zijn er studieadviseurs, studentendecanen en vertrouwenspersonen.

ACI is een flowchart aan het ontwikkelen. In dat online overzicht kan iedereen in één oogopslag zien welke ondersteuning er is binnen de academie en binnen Avans. Dat overzicht zal straks online te vinden zijn, maar ook op posters op onderwijslocaties. Daar staan dan ook nummers zoals 113 op. Dat is een hulplijn die je kan bellen als je gedachtes hebt aan zelfdoding.

De ondersteuningsmiddelen zijn volgens Van Happen goed, maar niet altijd bij iedere student even goed bekend. En als ze wel weten van het bestaan van decanen, is de drempel om die zelf te benaderen soms hoog. “Dus komen ze naar mij, of naar een andere collega bij wie ze zich comfortabel voelen. Dan komen ze uiteindelijk wel op de juiste plek, maar studenten dragen geen lijstje met vertrouwenspersonen met zich mee. Ons vinden ze als eerste.”

Bovenstaand vindt Bosma goed om te horen, maar het brengt ook moeilijkheden met zich mee. Want de docent die er als eerste over hoort, is niet de persoon die het probleem gaat oplossen. Terwijl diegene dat misschien wel wil, uit gevoel van betrokkenheid. “Dan proberen we in te grijpen. Het moet werkbaar zijn voor iedereen, hoe moeilijk ook. Iemand anders, een professional, neemt het dan over.”

Niet voor de bühne
Een gedragscode, bijscholing voor docenten en het thema vaker bespreken in overleggen; het zijn volgens de academie stuk voor stuk goede instrumenten om de sociale veiligheid te vergroten. Maar daarmee is St. Joost er nog lang niet, geeft Bosma aan. De werking ervan valt volgens hem nog niet te meten. “Het is een illusie om te denken dat we er zijn. De tijd die het kost, moeten we aanvaarden. Je hebt een lange adem nodig en het thema moet duurzaam aanwezig blijven in beleid. Daarmee sluit je de incidenten niet uit, maar het helpt wel”, zegt hij. Volgens de directie moet de kunstacademie daarbij zelfkritisch zijn en blijven. “We willen bijdragen aan sociale veiligheid en moeten daarvoor in de spiegel kijken en zien wat de maatschappij van ons verlangt. Er moet intern wat veranderen, soms radicaal.”

Van Happen ziet bij haar studenten overigens wel een positieve verandering ten opzichte van een aantal jaar geleden. Die zijn volgens haar mondiger geworden en verenigen zich makkelijker bij incidenten. “Ze trekken sneller aan de bel. Niet dat iedereen een activist is die op de Dam staat, maar ze spreken zich sneller uit. Dat is goed.”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?