Skip naar inhoud
Terug naar overzicht

Als thuis geen veilige plek (meer) is

Illustratie: Jolien van Zutphen
Illustratie: Jolien van Zutphen

Nablijven, georganiseerd door Avans Extra, stond begin december in het teken van huiselijk geweld. Dat komt in Nederland zo vaak voor, dat er gemiddeld in elke klas wel iemand zit die ermee te maken heeft. Twee ervaringsdeskundigen vertelden over de mishandeling die zij meemaakten in hun jeugd. “Ik was altijd bang dat ik nog meer mishandeld zou worden als ik niet zou meewerken.”

“We zitten nu in de kerstperiode”, leidt Janine Janssen, lector Geweld in Afhankelijkheidsrelaties bij het Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht van Avans, de bijeenkomst in. “Maar het is niet overal gezellig.” De cijfers: 1,3 miljoen mensen van 16 jaar en ouder waren in 2024 slachtoffer van huiselijk geweld. Voor 990 duizend mensen was dat structureel, dus (bijna) dagelijks, wekelijks of maandelijks. “Het is wijdverbreid in de samenleving”, zegt de lector.

Voor deze drukbezochte editie van Nablijven: Als thuis geen veilige plek (meer) is, waren twee sprekers uitgenodigd die in hun jeugd slachtoffer waren van kindermishandeling. De nu 34-jarige Jeroen van de Ven werd in zijn jeugd niet alleen mishandeld, maar ook ernstig verwaarloosd. Zijn verhaal zorgde voor doodse stilte onder de bezoekers van Nablijven.

Problemen
Van de Ven is een van een drieling. Zijn ouders hadden veel problemen: met hygiëne, ze konden niet voor zichzelf zorgen – laat staan voor anderen -, ze hadden weinig geld doordat ze in de schuldsanering zaten, moeder had (vermoedelijk) een persoonlijkheidsstoornis en vader een licht verstandelijke beperking en een drugsverslaving. Nadat hun ouders uit elkaar gingen, bleven de jongens in eerste instantie bij hun vader wonen. Ze woonden daarna steeds voor langere tijd afwisselend bij hun moeder of hun vader.

De verhalen die Van de Ven vertelt zorgen voor kippenvel. Als een van de jongens de hond niet wilde uitlaten, trapte vader hem net zo lang tot hij het wel ging doen. Toen er een keer een ruit sneuvelde door een voetbal, sloeg vader de ‘dader’ helemaal in elkaar. En toen het broertje van Jeroen niet wilde douchen, beukte vader hem met zijn hoofd hard tegen de muur van de badkamer.

Half pakje Oreo’s
Jeugdzorg greep uiteindelijk in. De jongens werden uit huis geplaatst en gingen bij hun moeder wonen. Daarmee stopte wel de mishandeling, maar niet de verwaarlozing. Hun avondeten bestond weleens uit een half pakje Oreo’s. Moeder had veel dieren, maar schoongemaakt werd er niet, ook de kattenbakken in de badkamer niet. Dieren deden hun behoefte in huis, soms ook op de kleren van de jongens. Door hun vieze en kapotte kleren werden ze op school gepest.

Lees ook: lector Janine Janssen kreeg in november de Deltapremie voor het zichtbaar maken en terugdringen van verborgen geweld

“Mijn leerlingbegeleider op de middelbare school kreeg door wat er aan de hand was”, vertelt Van de Ven. “Ik bleef in eerste instantie loyaal aan mijn ouders. Hij heeft mij geholpen voor mezelf te kiezen en me gestimuleerd om thuis te vertrekken.” Hij heeft nog wel advies voor hulpverleners die kindermishandeling vermoeden: “Probeer contact te maken en tussen de regels door te lezen. Blijf vragen hoe het met iemand gaat. Let op signalen: wat kun je aflezen aan het uiterlijk? Kijk naar het gedrag, is iemand heel introvert bijvoorbeeld?”

Een moeder die je ziek maakt
Ook in het geval van Nina Blom, de tweede spreker tijdens Nablijven, was het uiteindelijk één iemand die ervoor zorgde dat de mishandeling stopte. Blom was jarenlang slachtoffer van kindermishandeling door falsificatie, voorheen Münchhausen by proxy genoemd. Haar moeder maakte haar ziek en sleepte haar met onduidelijke klachten van huisarts naar ziekenhuis. In haar jeugd werd ze zestien keer opgenomen in zeven verschillende ziekenhuizen. Daar schreef ze een boek over: Je bent een verschrikkelijk kind.

“Ik wist dat ik niet ziek was”, zegt Blom. “Maar ik begon me wel steeds zieker te voelen. Op het laatst kreeg ik per dag 21 pillen van mijn moeder. Daarvan kreeg ik maagbloedingen. En doordat ik zo veel in bed lag kreeg ik doorligplekken. Ik was altijd bang dat ik nog meer mishandeld zou worden als ik niet zou meewerken.”

Euthanasie
De arts met wie de ouders van Blom uiteindelijk zelfs over euthanasie spraken, vertrouwde het niet. Hij schakelde hulpinstanties in en maakte een plan om haar uit huis te krijgen. “Als die arts twee dagen later was geweest, had ik het niet overleefd. Ik zie 2 augustus, de dag dat ik uit huis werd gehaald, dan ook als mijn bevrijdingsdag. Ik ben nooit meer teruggegaan.” Het kostte haar 9,5 maand in het ziekenhuis om te herstellen van alles wat haar moeder haar had aangedaan.

“Ik voelde me al die tijd geen kind, maar een object.” Haar moeder had zelf een nare jeugd. Door alles wat ze haar dochter aandeed kwam ze zorgzaam over, maar in werkelijkheid was ze liefdeloos, aldus Blom. Haar vader was onvoorspelbaar, maar stond wel achter haar moeder. “Ze erkennen niet wat ze hebben gedaan. Na publicatie van mijn boek kreeg ik een brief van ze, vijf kantjes vol met verwijten.”

Wat kun je doen bij (vermoedens van) huiselijk geweld?
– Bel 112 bij direct gevaar
– Neem contact op met Veilig Thuis (0800-2000)
– Bel de politie (0900-8844)

Waar je hulp vindt binnen Avans lees je hier.

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?

Cookie instellingen Cookies